ECLI:NL:HR:2018:2283

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
10 december 2018
Zaaknummer
17/00985
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rijden onder invloed en doorrijden na ongeval met alcoholgebruik

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 6 februari 2017 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1990, was aangeklaagd voor het rijden onder invloed van alcohol en het verlaten van de plaats van een verkeersongeval. Het Openbaar Ministerie had besloten niet te vervolgen wegens schending van het beginsel van redelijke en billijke belangenafweging, omdat een medeverdachte al was vervolgd via een strafbeschikking voor hetzelfde feit. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof het verweer ten onrechte in het sleutel vertrouwensbeginsel heeft geplaatst. De enkele omstandigheid dat de medeverdachte al was gestraft, kan niet leiden tot de conclusie dat het OM niet zou moeten vervolgen. De Hoge Raad benadrukt dat de werkelijke dader van een strafbaar feit in beginsel moet kunnen worden vervolgd, ongeacht de uitkomst van de procedure tegen de medeverdachte. Het beroep in cassatie wordt verworpen, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.

Uitspraak

11 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/00985
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 6 februari 2017, nummer 21/000585-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft N. van Schaik, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman en S.D. Groen, advocaat te Utrecht, hebben daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 december 2018.