Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
11 december 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 14 juni 2017 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1975. De verdachte was aangeklaagd voor het aanwezig hebben van hennepplanten, hennepafval en henneptoppen, alsook voor het telen van hennepstekken, in strijd met de Opiumwet. De verdediging, vertegenwoordigd door de advocaten D.N. de Jonge en C. Grijsen, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn gehecht aan het arrest. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan. De Hoge Raad oordeelt dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen op 11 december 2018 door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.