Uitspraak
[X]te
[Z], Slowakije (hierna: belanghebbende) betreffende een brief van de Staatssecretaris van Financiën van 25 januari 2018, inzake een verzoek om schadevergoeding.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2018 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie van de belanghebbende, Slowakije, tegen een beslissing van de Staatssecretaris van Financiën. De belanghebbende had op 14 december 2017 een verzoek om schadevergoeding ingediend bij de Belastingdienst, maar dit verzoek werd door de Staatssecretaris op 25 januari 2018 niet in behandeling genomen. De Staatssecretaris stelde dat titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing was op schade veroorzaakt door besluiten en handelingen van bestuursorganen die verband hielden met de taken van de Belastingdienst.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen cassatieberoep openstaat tegen de beslissing van de Staatssecretaris. Er is geen wettelijke basis waarop de Hoge Raad zou kunnen oordelen over de beslissing van een bestuursorgaan, noch om zelf een oordeel te vellen over het verzoek tot schadevergoeding. Gezien deze overwegingen heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de grenzen van de cassatierechter in het bestuursrecht en de specifieke voorwaarden waaronder een beroep in cassatie kan worden ingesteld.