ECLI:NL:HR:2018:2191

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 november 2018
Publicatiedatum
23 november 2018
Zaaknummer
17/02271
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Behandeling van klaagschrift ex art. 552a Sv inzake beslag op telefoon en gereedschapskist

In deze zaak gaat het om een klaagschrift dat is ingediend door de klager, die in beroep is gegaan tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 18 april 2017. Het klaagschrift betreft een beslag ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) op een telefoon en een gereedschapskist. De klager heeft aangevoerd dat zijn raadsman niet behoorlijk is opgeroepen voor de behandeling van het klaagschrift in raadkamer op 3 april 2017. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 27 november 2018 geoordeeld dat het voorschrift van artikel 51 (oud) Sv niet is nageleefd, omdat er geen bewijs is dat een afschrift van de oproeping aan de raadsman van de klager is verzonden. Dit gebrek wordt geacht in de weg te staan aan een geldige behandeling van het klaagschrift in raadkamer zonder de aanwezigheid van de klager en zijn raadsman.

De Hoge Raad heeft de bestreden beschikking vernietigd en de zaak terugverwezen naar de Rechtbank Noord-Holland, zodat de zaak opnieuw kan worden behandeld op het bestaande klaagschrift. De uitspraak benadrukt het belang van een behoorlijke oproeping van de raadsman in het kader van de rechtsbescherming van de klager. De beslissing van de Hoge Raad is genomen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

27 november 2018
Strafkamer
nr. S 17/02271 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 18 april 2017, nummer RK 17/000786, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze hebben B.A.C. van Tuinen en Th.O.M. Dieben, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige beslissing met betrekking tot terugwijzing of verwijzing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2 Beoordeling van het eerste middel
2.1.
Het middel klaagt onder meer dat de raadsman van de klager niet behoorlijk is opgeroepen voor de behandeling van het door de klager ingediende klaagschrift in raadkamer van 3 april 2017.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5.8 en 5.9 is het middel in zoverre terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven, de middelen voor het overige geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
wijst de zaak terug naar de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 november 2018.