Uitspraak
1.Geding in cassatie
3.Beoordeling van de middelen voor het overige
4.Slotsom
5.Beslissing
20 november 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het bezit van en het zich middels een geautomatiseerd werk toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen. De Hoge Raad heeft op 20 november 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 17/00794. De verdachte had in de periode van 6 november 2010 tot en met 23 november 2010 zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderpornografische afbeeldingen, die zich op een van de in beslag genomen computers bevonden. Het Gerechtshof had beide computers, een HP Pavilion en een Medion, verbeurd verklaard. Echter, de Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet had vastgesteld dat aan de voorwaarden voor verbeurdverklaring van de Medion-computer was voldaan. Hierdoor was de verbeurdverklaring van deze computer niet naar de eisen der wet met redenen omkleed. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van de Medion-computer, en heeft de zaak teruggeworpen naar het Gerechtshof Den Haag voor herbehandeling. Voor het overige werd het beroep verworpen. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de verbeurdverklaring van de Medion-computer en tot teruggave aan de verdachte.