ECLI:NL:HR:2018:2105

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 november 2018
Publicatiedatum
14 november 2018
Zaaknummer
18/00118
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en billijke vergoeding in geval van disfunctioneren werknemer

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 november 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Plano Plastics B.V. en een verweerder. De zaak betreft de ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren van de werknemer. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de kantonrechter en het gerechtshof, waaruit blijkt dat er voldoende waarschuwingen zijn gegeven aan de werknemer, zowel mondeling als schriftelijk. De vraag of er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en de mogelijkheid van een billijke vergoeding op basis van artikel 7:683 lid 3 BW zijn ook aan de orde gekomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van Plano in het principale beroep niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep en veroordeelt Plano in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 397,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.

Uitspraak

16 november 2018
Eerste Kamer
18/00118
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
PLANO PLASTICS B.V.,
gevestigd te Mierlo,
VERZOEKSTER tot cassatie, verweerster
in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. K. Teuben,
t e g e n
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie, verzoeker
in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. S. Kousedghi.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Plano en [verweerder].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikkingen in de zaak 5733267 EJ VERZ 17/112 van de kantonrechter te Eindhoven van 31 maart 2017 en 14 april 2017;
b. de beschikking in de zaak 200.218.552/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 oktober 2017.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft Plano beroep in cassatie ingesteld. [verweerder] heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. Het cassatierekest en het verweerschrift tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het principale beroep.
De advocaat van Plano heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt Plano in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 397,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
16 november 2018.