ECLI:NL:HR:2018:2064

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 november 2018
Publicatiedatum
7 november 2018
Zaaknummer
17/00730
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de uitspraak inzake rijden met ongeldig rijbewijs en terugwijzing naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 november 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was in cassatie gegaan tegen een eerdere uitspraak van het hof, waarin hij was veroordeeld voor het rijden terwijl hij redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, zoals bedoeld in artikel 9.2 van de Wegenverkeerswet 1994. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs aan de verdachte bekend moest zijn gemaakt, maar dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet blijkt dat dit daadwerkelijk is gebeurd. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal gevolgd, die stelde dat de ongeldigverklaring pas van kracht is vanaf de zevende dag na de bekendmaking aan de houder van het rijbewijs. Aangezien er geen bewijs was dat de verdachte op de pleegdatum op de hoogte was van de ongeldigverklaring, kon niet worden vastgesteld dat hij redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was. Dit leidde tot de vernietiging van de bestreden uitspraak en de terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan.

Uitspraak

6 november 2018
Strafkamer
nr. S 17/00730
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 3 augustus 2016, nummer 21/000739-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft T. van Assendelft de Coningh, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak op het bestaande beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beoordeling van het tweede middel

3.1.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd.
3.2.
De bewezenverklaring en de bewijsvoering zijn weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 10 tot en met 12.
3.3.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 13, is het middel terecht voorgesteld.

4.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 november 2018.