ECLI:NL:HR:2018:1948

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 oktober 2018
Publicatiedatum
16 oktober 2018
Zaaknummer
17/03838
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring rijbewijs en kennisgeving aan verdachte

In deze zaak gaat het om de vraag of de verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, zoals bedoeld in artikel 9.2 van de Wegenverkeerswet 1994. De Hoge Raad heeft op 16 oktober 2018 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 juli 2017. De verdachte had zijn beroep ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarbij hij was veroordeeld voor het rijden zonder geldig rijbewijs.

De Advocaat-Generaal, P.C. Vegter, concludeerde dat de bestreden uitspraak vernietigd moest worden en dat de zaak teruggeworpen moest worden naar het Gerechtshof Den Haag voor herbehandeling. De kern van de zaak was of de verdachte op de hoogte had kunnen zijn van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs, die per aangetekende brief aan hem was verzonden. De Hoge Raad oordeelde dat uit de enkele verzending van deze brief niet kon worden afgeleid dat de verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.

De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Gerechtshof en wees de zaak terug, zodat deze opnieuw op het bestaande hoger beroep kon worden behandeld. Dit arrest benadrukt het belang van duidelijke communicatie naar de verdachte over de status van zijn rijbewijs en de gevolgen daarvan voor zijn rijbevoegdheid.

Uitspraak

16 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 17/03838
SG/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 juli 2017, nummer 22/001239-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft L.E.G. van der Hut, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer dat uit de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen niet kan volgen dat de verdachte "redelijkerwijs moest weten" dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
2.2.
De bewezenverklaring en de bewijsvoering zijn weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5 en 6.
2.3.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 10 en 11, is de klacht gegrond.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 oktober 2018.