Uitspraak
gevestigd te Wervershoof, gemeente Medemblik,
zetelende te Wognum, gemeente Medemblik,
1.Het geding
2.Het tweede geding in cassatie
4.Beslissing
12 oktober 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen HET GROOTSLAG BEHEER B.V. en de GEMEENTE MEDEMBLIK. Het geding betreft een exploitatieovereenkomst waarbij de gemeente een inspanningsverplichting had om een exploitatiebijdrage te bedingen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten van 26 juni 2015 en 11 maart 2016, waarin relevante rechtsvragen zijn behandeld. Het Grootslag heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 6 juni 2017, waarin de Gemeente werd vrijgesproken van de gestelde verplichtingen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van Het Grootslag niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Het Grootslag in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.574,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien niet tijdig voldaan wordt.