ECLI:NL:HR:2018:1813

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 oktober 2018
Publicatiedatum
1 oktober 2018
Zaaknummer
17/03518
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen poging tot zware mishandeling van groepsleider in jeugdinrichting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 oktober 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 juli 2017. De verdachte, geboren in 1994, was betrokken bij een zaak van medeplegen poging tot zware mishandeling van een groepsleider in een jeugdinrichting, zoals omschreven in artikel 302, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat J.M. Lintz middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het Gerechtshof heeft bevestigd en het beroep van de verdachte heeft verworpen.

De uitspraak is gedaan door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

2 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 17/03518
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 juli 2017, nummer 22/005244-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.M. Lintz, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, in het bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 oktober 2018.