ECLI:NL:HR:2018:176

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 februari 2018
Publicatiedatum
8 februari 2018
Zaaknummer
17/01220
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie inzake verzoek tot opening rangregeling en benoeming rechter-commissaris in insolventie- en executierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 februari 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een verzoek tot opening van een rangregeling en de benoeming van een rechter-commissaris in het kader van insolventie- en executierecht. De verzoekster, gevestigd in België, had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Oost-Brabant en het hof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De curatoren en andere betrokken partijen, waaronder Topshelf, hebben geen verweerschrift ingediend.

De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoekster beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De klachten waren niet van dien aard dat zij nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft daarom het beroep verworpen en de verzoekster in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de curatoren, Topshelf en de belanghebbenden op nihil zijn begroot.

Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheren van de Hoge Raad, waarbij A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter fungeerde. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van insolventie- en executierecht, en benadrukt de strikte eisen die aan cassatieklachten worden gesteld.

Uitspraak

9 februari 2018
Eerste Kamer
17/01220
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoekster] ,
gevestigd te [plaats] , België,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. J. van Weerden,
t e g e n
1. Philip Willem SCHREURS q.q.,
kantoorhoudende te Eindhoven,
2. Jan Evert STADIG q.q.,
kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
3. OPPIDO B.V.,
gevestigd te Hedel,
4. OMNINO B.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
5. [belanghebbende 5] ,
wonende te [woonplaats] ,
6. [belanghebbende 6] ,
7. de vennootschap naar buitenlands recht
[belanghebbende 7] ,
8. [belanghebbende 8] ,
wonende te [woonplaats] , Verenigde Arabische Emiraten,
9. de Stichting DE VIJF MUSKETIERS,
gevestigd te Dubai,
Verenigde Arabische Emiraten,
niet verschenen.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] , verweerders onder 1 en 2 als de curatoren, verweerders onder 3 en 4 als Topshelf, de belanghebbenden onder 5 tot en met 9 als de belanghebbenden.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak C/01/298568/BP RK 15-823 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Brabant van 26 november 2015;
b. de beschikking in de zaak 200.186.193/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 8 december 2016.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curatoren, Topshelf en de belanghebbenden hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curatoren, Topshelf en de belanghebbenden begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
9 februari 2018.