ECLI:NL:HR:2018:1755

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 september 2018
Publicatiedatum
24 september 2018
Zaaknummer
16/06231
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hennepteelt en diefstal van elektriciteit; bewijsklacht pleegperiode

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 september 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 12 december 2016. De verdachte, geboren in 1973, was in hoger beroep veroordeeld voor hennepteelt en diefstal van elektriciteit. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat E.A. Blok uit Rotterdam. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met raadsheren A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

25 september 2018
Strafkamer
nr. S 16/06231
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 12 december 2016, nummer 22/002305-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft E.A. Blok, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 september 2018.