Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (pagina 80 t/m 82) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 1] :
Ik doe aangifte van inbraak.
Ik ben woonachtig aan de [a-straat 1] te Zutphen. Op vrijdag 16 januari 2015 vertrok ik vanaf mijn woning. Ik sloot met mijn sleutel mijn voordeur af. Tevens waren alle ramen gesloten en was mijn balkondeur op slot. Alle verlichting in mijn woning had ik uitgedaan.
Ik ben vervolgens voor drie weken van huis geweest.
Vandaag, maandag 9 februari 2015 kwam ik terug in Zutphen. Ik zag dat het slot van mijn voordeur geforceerd was. Ik zag een groot gat waar voorheen het cilinderslot zat. De deur zat dicht.
In mijn woning zag ik de volgende veranderingen:
- De verlichting in mijn woonkamer, keuken en slaapkamers was aan. Dit was niet het geval toen ik was vertrokken.
- In de hal lag een heel wit brood. Dit brood was niet van mij.
- In de keuken lag een verpakking met ronde plakjes kipfilet, ook niet van mij.
- In de keuken lag een half wit brood, wat was beschimmeld. Ook dit brood was niet van mij.
- In de keuken lag een zak met drie bruine broodjes die niet van mij zijn.
- Op het gasfornuis lag een pannendeksel die niet van mij is.
- De balkondeur was van het slot gehaald. De sleutel zat nog in het slot. Ik weet zeker dat ik deze had afgesloten.
- In de woonkamer, in een stopcontact naast de bank, zat een Nokia telefoonoplader die niet van mij is.
- Op de salontafel in de woonkamer lag een lange vloei die niet van mij is.
- De spullen op de salontafel waren overhoop gehaald.
- Het rolgordijn in de woonkamer was gesloten.
- De wc was gebruikt. Dit kon ik zien omdat de wc-bril omhoog stond.
- In mijn bed had iemand geslapen.
- Lades van een dressoir waren geopend geweest.
Ik heb het vermoeden dat iemand geleefd heeft in mijn woning. Ik heb met niemand iets afgesproken over verblijf in mijn woning. Ik zou ook niet weten wie in mijn woning heeft verbleven.