Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Slotsom
4.Beslissing
11 september 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba. De verdachte was beschuldigd van afpersing onder verzwarende omstandigheden, waarbij hij met een vuurwapen twee Nederlandse toeristen in Aruba had beroofd. De verdachte had in hoger beroep verklaard geen advocaat nodig te hebben en afstand gedaan van zijn recht op rechtsbijstand. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet voldoende had onderzocht of deze afstand ondubbelzinnig, desbewust en vrijwillig was gedaan. De verdachte bevond zich in voorlopige hechtenis en had recht op rechtsbijstand, vooral gezien de ernst van het misdrijf, waarvoor een gevangenisstraf van twaalf jaar kon worden opgelegd. De Hoge Raad benadrukte dat de rechter in dergelijke gevallen bijzondere aandacht moet schenken aan de positie van de verdachte en ervoor moet zorgen dat hij goed geïnformeerd is over de gevolgen van zijn keuze om zonder advocaat te procederen. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en wees de zaak terug voor herbehandeling.