ECLI:NL:HR:2018:122

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 januari 2018
Publicatiedatum
30 januari 2018
Zaaknummer
16/03687
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Salduz-verweer en recht op bijstand tijdens politieverhoor

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 januari 2018 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van een verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft het Salduz-verweer, waarbij de vraag centraal staat of de verdachte voorafgaand aan het politieverhoor is gewezen op het recht tot raadpleging van een advocaat. De advocaat van de verdachte, S.F.W. van 't Hullenaar, heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarop de Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet kan leiden tot cassatie, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen, en dit arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.S. Kea.

Uitspraak

30 januari 2018
Strafkamer
nr. S 16/03687
LBS/DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 30 juni 2016, nummer 21/006409-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 januari 2018.