ECLI:NL:HR:2018:120

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 januari 2018
Publicatiedatum
30 januari 2018
Zaaknummer
16/01085
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming uit hennepteelt en de beoordeling van de hoogte van de betalingsverplichting

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die op 22 januari 2016 een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel heeft behandeld. De betrokkene, geboren in 1964, was betrokken bij hennepteelt en had een betalingsverplichting van € 73.007,- opgelegd gekregen. De verdediging stelde dat de betrokkene slechts € 3.500,- had verdiend met twee mislukte hennepoogsten, maar het hof ging hier niet op in. De Hoge Raad, onder leiding van vice-president W.A.M. van Schendel, heeft op 30 januari 2018 het beroep in cassatie verworpen. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, omdat het middel geen rechtsvragen opriep die van belang waren voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak van het hof werd daarmee bevestigd, en de Hoge Raad heeft geen nadere motivering gegeven voor zijn beslissing.

Uitspraak

30 januari 2018
Strafkamer
nr. S 16/01085 P
AGE/SSA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 22 januari 2016, nummer 21/000722-14, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 januari 2018.