Uitspraak
wonende te [woonplaats],
beiden wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) [eiser] heeft zijn woonhuis, gelegen te [plaats] (hierna te noemen: de woning), te koop aangeboden. [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) trad daarbij ten behoeve van [eiser] op als verkopend makelaar.
- ii) [verweerder] c.s. hebben de woning begin 2012 bezichtigd. Nadat mondelinge overeenstemming was bereikt, heeft [betrokkene 1] de conceptkoopakte, volgens het NVM-model met de daarbij behorende standaardtoelichting, bij e-mailbericht van 14 juni 2012 toegezonden onder de mededeling:
- iii) [verweerder] c.s. en [eiser] hebben op 17/19 juni 2012 de koopovereenkomst ondertekend. In de koopovereenkomst is vermeld dat de overeengekomen koopsom € 575.000,-- k.k. bedraagt en dat de akte van levering uiterlijk 1 augustus 2012 zal worden gepasseerd (art. 3.1).
- iv) Ingevolge art. 10.1 van de koopovereenkomst kan deze door middel van een schriftelijke verklaring worden ontbonden, indien de nalatige partij – na in gebreke te zijn gesteld – gedurende acht dagen nalatig is of blijft in de nakoming van een of meer van haar uit de koopovereenkomst voortvloeiende verplichtingen. In dat geval is de nalatige partij bij een toerekenbare tekortkoming een terstond opeisbare boete van € 57.500,-- verschuldigd, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding en vergoeding van kosten van verhaal (art. 10.2; hierna: de vaste boete).
- v) In art. 16 lid 1 onder b van de koopovereenkomst is een financieringsvoorbehoud opgenomen op grond waarvan [verweerder] c.s. als kopers de koopovereenkomst kunnen ontbinden.
- vi) [verweerder] c.s. hebben bij e-mailberichten en bij per fax verzonden brief van 11 juli 2012 aan [betrokkene 1] medegedeeld dat zij er niet in zijn geslaagd om de benodigde hypothecaire lening te krijgen. In de fax hebben [verweerder] c.s. een beroep gedaan op het financieringsvoorbehoud van art. 16 lid 1 onder b van de koopovereenkomst.
- vii) De toenmalige advocaat van [eiser] heeft [verweerder] c.s. bij brief van 1 augustus 2012 in gebreke gesteld voor het niet storten van een waarborgsom van € 57.500,-- en het niet afnemen van de woning en gesommeerd om de koopovereenkomst binnen acht dagen alsnog na te komen, bij gebreke waarvan aanspraak wordt gemaakt op de contractuele boete van € 57.500,--, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoedingen en vergoedingen van kosten van verhaal.
- viii) [verweerder] c.s. hebben bij brief van 1 augustus 2012 op de ingebrekestelling gereageerd. Zij hebben zich in die brief op het standpunt gesteld dat zij een beroep op het financieringsvoorbehoud hebben gedaan ten gevolge waarvan de koopovereenkomst is ontbonden.
- ix) De toenmalige advocaat van [eiser] heeft [verweerder] c.s. bij brief van 2 augustus 2012 laten weten dat niet op de juiste wijze een beroep is gedaan op de ontbindende financieringsvoorwaarde, dat de koopovereenkomst onherroepelijk is geworden, dat [verweerder] c.s. aan hun verplichtingen uit de koopovereenkomst worden gehouden en dat bij gebreke van nakoming een bedrag van € 57.500,-- zal worden verbeurd.
- x) [verweerder] c.s. hebben bij per e-mailbericht verzonden brief van 2 augustus 2012 aan [eiser] geschreven dat zij bij hun standpunt blijven dat de koopovereenkomst is ontbonden en dat zij van 5 augustus tot en met 26 augustus 2012 met vakantie zijn.
- xi) [eiser] is vervolgens van advocaat gewisseld, waarna de nieuwe advocaat van [eiser] bij brief van 3 september 2012 aan [verweerder] c.s. heeft geschreven dat laatstgenoemden nog een termijn tot uiterlijk 23 september 2012 krijgen om de koopovereenkomst na te komen, bij gebreke waarvan de overeenkomst per 24 september 2012 zal worden ontbonden en aanspraak zal worden gemaakt op de contractuele boete die alsdan € 79.350,-- zal bedragen, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding en kosten van verhaal.
13 juli 2018.