Het oordeel van de rechtbank
(...)
Op 8 oktober 2015 trad de politie opnieuw binnen in het pand aan de [a-straat 1] in Schimmert. In de linker schuur rook de politie de typische chemische geur van amfetamine. In deze schuur werd een zak aangetroffen waarin een stof zat die gebruikt wordt bij de productie van amfetamine. In de rechterschuur trof de politie 13 pallets aan, waarop voorwerpen en stoffen lagen die gebruikt worden bij de productie van amfetamine. In het weiland achter de schuren, rook de politie zeer sterk de geur van amfetamine. Daar waren enkele plastic containers in de bodem ingegraven. Van een van deze containers zag het deksel eruit alsof het was aangetast door een agressieve, bijtende stof. Vanuit de linker schuur liep een plastic slang in de richting van die containers.
(...)
Uit onderzoek van de afdeling Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) van de politie bleek dat in de linker schuur amfetamine was geproduceerd; daar werden namelijk onder meer 2 blauwe kunststof dopvaten van 220 liter aangetroffen waarin amfetamine bleek te zitten. Daarnaast werden op de pallets in de rechter schuur spullen aangetroffen waarop en waarin (resten van) amfetamine bleken te zitten. Het afval dat door de productie van amfetamine was ontstaan is voor een deel in de gierkelder(s) terecht gekomen onder de schuur. Daarna is dit afval deels via een vloeistofpomp over het achtergelegen land verspreid. Ook werd op het terrein een gierwagen aangetroffen die rondom de tank aan de voorzijde was verroest. Deze roest is kennelijk veroorzaakt doordat er een agressieve vloeistof uit de tank is gestroomd.
Op de achterkant van de tank kon een vacuümslang worden aangesloten. Het chemisch afval is waarschijnlijk met behulp van de giertank uit de gierkelder opgezogen en vervolgens over het omliggende perceel verspreid en/of onder de grond gewerkt. Vanuit de linker schuur liep een slang die uitkwam naast een stuk grond waar het lager gelegen gedeelte van de grond bruin verkleurd was door het lozen van verontreinigde vloeistof uit deze slang. Toen de politie de elektrische pomp aansloot die was verbonden met de slang, zag zij dat er vloeistof - die amfetamine bleek te bevatten - op de bodem wegstroomde. De begroeiing daar was al bruin en verdord. De politie acht het zeer waarschijnlijk dat de spullen op de pallets eerder gebruikt zijn in het amfetaminelaboratorium dat in de linker schuur stond.
Op 14 oktober 2015 is op het perceel een inspectie uitgevoerd. Daaruit bleek dat de afvalstoffen van het amfetaminelaboratorium op de weilanden achter de linker schuur zijn verspreid. De afvalstoffen zijn namelijk via een giertank uitgereden over het land, uit de gierkelder opgepompt en vervolgens opgeslagen in ingegraven IBC-tanks dan wel over het land verspreid. Het gevolg daarvan is dat de aanwezige vegetatie in het betreffende gebied is aangetast en grotendeels is afgestorven. In de paardenweide is de grond gefreesd en opnieuw ingezaaid, omdat de vegetatie die daar eerder stond is afgestorven. Op 11 november 2015 zijn 2 grondboringen uitgevoerd naast de ingegraven IBC-vaten. De opgeboorde monsters zijn veiliggesteld en door het Nederlands Forensisch Instituut onderzocht. Deze monsters bleken vervuilingen te bevatten die passen bij het produceren van amfetamine of BMK, een grondstof voor amfetamine.
Een achterbuurvrouw van verdachte, [betrokkene 1] , vertelde dat in de zomermaanden, vermoedelijk juli en augustus (het hof begrijpt: 2015) sprake was van stankoverlast die kwam vanuit het weiland van verdachte. Zij is later naar dat weiland gereden en zag toen dat het gras kapot was. Op 4 oktober 2015 zag [betrokkene 1] dat de bestuurder van een gele tractor, naar later bleek: verdachte, de grond op het weiland heeft gefreesd.
(...)
Verdachte is in de "amfetaminezaak" (parketnummer 03/700521-15) in totaal 5 keer verhoord. Hij heeft zich in zijn eerste 3 verhoren op zijn zwijgrecht beroepen toen hem werd voorgehouden dat er voorwerpen en spullen op zijn terrein waren gevonden die gebruikt zijn bij de productie van amfetamine. Verdachte is, nadat hij - na overleg met zijn advocaat - had aangegeven een verklaring te willen afleggen, op 14 december 2015 voor de vierde keer verhoord. Verdachte heeft ook in een door hem geschreven brief zijn verhaal gedaan.
De verklaring(en) van de verdachte
(...)
[V]erdachte lijkt er alles aan gelegen te zijn geweest om ontdekking van het amfetaminelaboratorium op zijn perceel te voorkomen. Toen de afvalstoffen uit het amfetaminelaboratorium niet langer in de gierkelder konden worden opgeslagen en sprake was van stankoverlast, heeft verdachte namelijk meegedacht en voorstellen gedaan over de wijze waarop deze afvalstoffen konden worden weggewerkt. Bovendien heeft hij de grond, kennelijk nadat er stankoverlast was, gefreesd om te voorkomen dat ontdekt zou worden dat er drugs werden geproduceerd of afvalstoffen waren geloosd.
(...)
Medeplegen (...) van het bereiden, bewerken en verwerken van amfetamine?
(...)
De juridische vraag is of bewezen kan worden dat verdachte bij het bereiden van deze amfetamine nauw en bewust heeft samengewerkt met een ander of anderen.
De rechtbank leidt uit de verklaring van verdachte af dat de onbekend gebleven man, die eerder betrokken was bij de hennepplantage in de garage in Stein en bij de hennep(stekken)plantages in de schuren van verdachte in Schimmert in maart 2014, in juli 2015 tegen verdachte zei dat hij € 100.000,- verlies had geleden. Deze schade moest gecompenseerd worden en daarom moest verdachte zijn schuur "een paar weekjes" ter beschikking stellen. Verdachte heeft verklaard dat hij ook wel wist dat de derden iets met drugs zouden doen in deze schuur. Toch heeft hij zijn schuur weer ter beschikking gesteld en de politie niet gewaarschuwd. Ook heeft verdachte toegestaan dat zijn eigen goederen, met zijn gereedschappen, uit de schuur werden gehaald en dat dozen met een onbekende inhoud in de schuur werden geplaatst. Ongeveer 10 dagen daarna constateerde verdachte stankoverlast en zag hij dat de mestput vol zat. Ook werd veel water verbruikt. Na contact met de onbekend gebleven man, waarin verdachte aangaf dat het opviel en dat het zo niet langer verder kon gaan, heeft verdachte tot twee keer toe giervaten met afvalstoffen over het land uitgereden, terwijl hij na de eerste keer al in de gaten had dat de vegetatie aan het afsterven was.
Hoewel de rechtbank op basis van de bewijsmiddelen niet kan vaststellen dat verdachte zelf amfetamine heeft bereid, bewerkt en/of verwerkt, kan wel worden vastgesteld dat verdachte zijn schuren ter beschikking heeft gesteld voor de productie van drugs. Gelet op de stankoverlast - in combinatie met het gegeven dat verdachte opnieuw door dezelfde persoon die eerder drugsgerelateerde activiteiten in zijn schuur had verricht, werd benaderd – had verdachte (op zijn minst) moeten vermoeden dat er synthetische drugs in zijn schuur werd geproduceerd. Daarbij betrekt de rechtbank de verklaring van verdachte dat de onbekend gebleven man tegen hem zei dat het verlies van € 100.000,- was gecompenseerd als verdachte zijn schuur enkele weekjes ter beschikking zou stellen. Algemeen bekend is dat met de productie van synthetische drugs in korte tijd veel geld kan worden verdiend. Bovendien heeft verdachte niet alleen toegelaten dat afvalstoffen van de productie van amfetamine op en in de bodem van zijn perceel werden geloosd, maar daar zelf tot twee keer toe een bijdrage aan geleverd door giertanks met afvalstoffen over zijn percelen uit te rijden. Verdachte was er, zo volgt ook uit de verklaring die hij bij de politie heeft afgelegd, alles aan gelegen te voorkomen dat zou worden ontdekt wat erop zijn perceel gebeurde. De verklaring van verdachte dat hij dacht dat de mestput gevuld was met koelwater en dit water op het land werd geloosd, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Niet alleen zou geen sprake zijn van stankoverlast als het water waarmee de mestput gevuld was, slechts koelwater zou zijn. Ook de vegetatie zou niet afsterven als verdachte slechts "koelwater" over het land had uitgereden. Het met grond bedekken van de plekken waar de vegetatie was afgestorven en het frezen van dit land, wijst er ook op dat verdachte alles deed om te voorkomen dat ontdekt zou worden dat hij zich samen met anderen bezighield met drugs gerelateerde activiteiten. Door mee te denken over de afvoer van deze afvalstoffen en de afvalstoffen zelf over het land uit te rijden, heeft verdachte bovendien een substantiële bijdrage geleverd aan het productieproces van amfetamine. Zonder regulering van de afvoer van de afvalstoffen slaagt een productieproces van amfetamine immers niet.
Dat de ruimte waarin de amfetamine werd geproduceerd op enig moment was afgesloten met een deur met daaraan een hangslot, maakt niet dat verdachte geen beschikkingsmacht had over deze amfetamine, zoals de raadsman heeft bepleit. Verdachte heeft namelijk verklaard dat de derden hun werkzaamheden 's avonds verrichten. Daarnaast beschikte verdachte op zijn perceel over gereedschappen waarmee hij het (kleine) hangslot waarmee de deur die toegang gaf tot de ruimte waarin amfetamine werd geproduceerd, gemakkelijk kon doorknippen. Verdachte had de voorwerpen en stoffen die in de ruimte stonden, op de momenten dat de mannen daar niet aan het werk waren, kunnen weghalen of de politie kunnen bellen."
2.2.2.Het Hof heeft de bewijsvoering van de Rechtbank als volgt aangevuld:
"Voorts bezigt het hof tot bewijs het proces-verbaal van verhoor verdachte (p. 533-546), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
(...)
T.a.v. feit 2 van de zaak met parketnummer 03-700521-15 (p. 535-536)
In juli 2015 sprak ik die blonde man weer. Hij zei toen dat ze iets gingen doen in de schuur. In schuur 2 (het hof: uit het proces-verbaal verhoor verdachte op p. 512-513 volgt dat verdachte met schuur 2 bedoelt de schuur/stal die links achter de woning lag en met schuur 1 de schuur/stal die rechts achter de woning lag) had ik ondertussen een verharding gemaakt van beton. Er stonden op een bepaald moment allemaal dozen van anderhalve meter hoog. In de dagen erna stond er een auto in die schuur. Er zaten dan meerdere mensen in. Na ongeveer 10 dagen merkte ik dat de mestput vol was, toen begon ook de stankoverlast. Ik heb toen op een briefje geschreven dat het ontzettend stinkt en dat ze teveel water gebruiken. De avond daarop klopte de blonde man bij mij op de deur. De blonde man stelde voor om een gat te graven achter schuur 2 om daar dan het water in te laten lopen. Ik ben toen in discussie gegaan omdat dat volgens mij niet zou gaan werken. Er zijn toen twee IBC's (het hof: volgens de verklaring van verdachte ter terechtzitting in hoger beroep betreffen dit opslagcontainers) ingegraven en vanuit schuur 2 werd middels een slang het water in de IBC's gepompt. Tijdens een discussie met de blonde man heb ik nog gezegd dat ze die afvalstoffen ergens anders heen moesten brengen. Hij zei dat ik een giervat achter schuur 2 moest zetten. Ik heb toen een tweedehands giervat gekocht en daar neergezet. Na een aantal dagen was het giervat vol. Ik heb gezien dat de brandnetels achter schuur 2 dor waren. Er hing ook een zure geur. Ik heb toen dat volle giervat over de achterste wei laten leeg lopen. Na een dag of drie, toen ik van plan was om het tweede giervat leeg te maken, zag ik dat het gras aan het afsterven was. Ik heb toen dat andere giervat maar leeg gelaten. Hierna is de achterbuurvrouw komen klagen over stank. (p. 537)
Ik heb toen grond eroverheen gereden zodat het bedekt was. Ik heb na 10 dagen het dorre gras omgefreesd en opnieuw ingezaaid. Begin september stonden er pallets met spullen erop in schuur 2. Op een gegeven moment zijn die pallets naar schuur 1 gebracht. Wat troep, zoals mixers, blauwe vaten en folie zijn achtergebleven in schuur 2. (p. 541)
Het amfetaminelab is waarschijnlijk overdag in schuur 2 opgebouwd. In die periode was ik overdag aan het werk dus ik heb hier heel weinig van mee gekregen. Een getinte man heeft jerrycans uit een bus geladen. (p. 542)
Ik heb gezien dat een kale man heeft geholpen met in- en uitladen in schuur 2.
Ik wist dat het ging om een lab waar synthetische drugs geproduceerd werden vanaf het moment dat het begon te stinken, dat er wateroverlast was en dat er jerrycans werden in- en uitgeladen. Dat was circa een week nadat ze bezig waren in de schuur. (p. 543)
Het heeft alles bij elkaar 4 à 6 weken geduurd."