Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
gevestigd te Rotterdam,
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
- i) Op 17 september 2001 heeft een aanrijding plaatsgevonden op de kruising van de Mathenesserlaan met de Claes de Vrieslaan te Rotterdam tussen een door [eiser 1] bestuurde auto en een door [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) bestuurde bestelauto (een Nissan). [betrokkene 1] is een zoon van [verweerster] .
- ii) [eiser 1] , die ten tijde van de aanrijding was verzekerd bij de rechtsvoorgangster van Allianz, Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V. (hierna: Zwolsche of Allianz), heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend.
- iii) [verweerster] was op 17 september 2001 op arbeidstherapeutische basis weer aan het werk gegaan na in februari 2001 in de Ziektewet te zijn gekomen door een zenuwpeesontsteking in de linker elleboog.
- iv) Op 18 september 2001 heeft [verweerster] zich gemeld bij haar huisarts. Op de huisartsenkaart staat het volgende vermeld: ‘S: Van achteren aangereden. Vandaag last van ru[g]/schouders/hoofdpijn.’ De huisarts zet onder O: ‘whiplash’.
- v) Op 30 oktober 2001 is [verweerster] bezocht door het door Zwolsche ingeschakelde schaderegelingsbureau ITEB. In het rapport van 2 november 2001 is onder meer het volgende vermeld:
- vi) Zwolsche heeft de schade ontstaan aan de door [betrokkene 1] bestuurde auto vergoed en voorschotten uitgekeerd aan [verweerster] van respectievelijk ƒ 2.500,-- en € 5.000,--.
- vii) [verweerster] is met ingang van 2002 voor 80-100% arbeidsongeschikt geacht in het kader van de WAO.
- viii) Naar aanleiding van de aansprakelijkstelling door de toenmalige raadsman van [verweerster] heeft [eiser 1] laten weten dat alleen [betrokkene 1] in de auto zat en dat er geen passagiers in de auto aanwezig waren.
- ix) In reactie op een brief van Zwolsche, waarin onder meer wordt gevraagd om bewijsstukken dat [verweerster] ten tijde van het ongeval aanwezig was in de auto, heeft voormelde raadsman van [verweerster] onder meer schriftelijke verklaringen toegezonden van [verweerster] en [betrokkene 1] , en van [betrokkene 2] en
- x) [verweerster] heeft in kort geding een voorschot op de schadevergoeding gevorderd van [eiser 1] en Zwolsche. In dat verband heeft zij schriftelijke verklaringen overgelegd van [betrokkene 5] en [betrokkene 6] .
- xi) In de hiervoor in (ix) en (x) genoemde verklaringen hebben [betrokkene 3] , [betrokkene 2] , [betrokkene 5] en [betrokkene 6] verklaard, kort samengevat, dat zij bij elkaar (althans bij vrienden) in de auto zaten, in de buurt van de plek waar de aanrijding heeft plaatsgevonden en [verweerster] kort na het ongeval uit de auto hebben zien stappen, althans hebben zien weglopen van de plaats van de aanrijding.
4.Beslissing
6 juli 2018.