2. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 maart 2016 van de politie Eenheid Den Haag (...).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in (...) als de op 22 maart 2016 afgelegde verklaring van [slachtoffer] :
V: Hoe oud ben jij?
A: Ik ben 13 jaar oud, geboren op [geboortedatum] 2002.
V: Wie heb jij op die Grindr site ook in het echt ontmoet?
A: [verdachte]
V: Wat kan je nog meer over [verdachte] vertellen?
A: Ik weet dat hij in Gouda woont vlakbij een basisschool. Ik weet dat hij op nummer 44 woont. (...) Het was de [a-straat] .
V: Wanneer heb jij voor het eerst contact met [verdachte] gehad?
A: Iets langer dan een half jaar geleden.
V: Op welke manier hadden jullie contact?
A: Via WhatsApp.
(...) Hij vroeg aan mij of hij een keer kon afspreken.
V: Wanneer en waar heb jij voor de eerste keer met [verdachte] afgesproken?
A: Dat was meer dan een half jaar geleden bij een blauwe papiercontainer vlakbij een school in Gouda. Die school is naast het huis van die [verdachte] .
V: Wat is er tussen jullie gebeurd bij die eerste ontmoeting?
A: Hij raakte mij aan bij mijn schouder en heup.
V: Waarmee?
A: Met zijn hand.
V: Wat wist [verdachte] op dat moment van je leeftijd?
A: Dat ik 13 jaar oud was.
V: Hoe wist hij dit?
A: Omdat ik dat al eerder tegen hem had gezegd.
V: Wanneer en waar was de 2e ontmoeting met [verdachte] ?
A: Gewoon via de app op dezelfde plek.
V: Hoeveel tijd was er tussen de 1e en 2e afspraak?
A: Een week of zo of twee weken.
V: Wat gebeurt er tijdens de 2e afspraak met [verdachte] ?
A: Toen gingen wij naar zijn huis en bood [verdachte] mij wat te drinken aan in zijn huis.
V: Kan jij beschrijven hoe die woning er van buiten uitziet?
A: Aan de rechterkant van die woning was een garage, donkergroen van kleur.
V: Wat voor woning is het?
A: Een rijtjeshuis.
V: Hoe kom je het huis van [verdachte] binnen?
A: Via die garage.
V: Als je de garage uitgaat waar kom je dan in de woning?
A: In de keuken.
V: Wat kan je over de woonkamer vertellen?
A: Dat zag er een beetje modern uit. Een hoekbank en een tafel.
V: Wat gebeurt er in de woonkamer?
A: [verdachte] bood mij wat te drinken aan. Ik dronk Sinas.
V: Wat gaan jullie dan doen?
A: Toen liet hij zijn kamer zien.
V: Wat voor kamer?
A: Zijn slaapkamer die was boven.
V: Wat viel je op in die slaapkamer?
A: Een bed en een kast.
V: [slachtoffer] , kan jij die slaapkamer van [verdachte] tekenen?
A: Zal ik dat van bovenaf gezien tekenen?
O: [slachtoffer] maakt een schets van de slaapkamer van [verdachte] die bij dit getuigenverhoor zal worden gevoegd. Op de tekening schrijft hij waar de voorwerpen staan.
V: Wat voor gordijnen waren er in die slaapkamer?
A: Grijs/beige, lichtdoorschijnend.
V: Wat kan je over het bed vertellen?
A: Het was of een beige of een paars dekbed. Het was een tweepersoons bed.
V: Wat gebeurt er dan?
A: Toen begon hij mij te strelen met zijn hand over mijn heupen en zijkanten.
V: Hoe ging het toen verder?
A: Toen deed [verdachte] zijn broek uit. Tenminste niet helemaal uit maar tot op zijn hielen.
V: En toen?
A: Toen moest ik hem eh.. pijpen.
V: Hoe wist jij dat je hem moest pijpen?
A: Hij zei dat ik hem moest pijpen.
V: Wat zei hij dan?
A: "Pijp me" en ik zei toen eerst nee.
V: Hoe was zijn piemel?
A: Hoe bedoel je, hij was zacht geen erectie.
V: Hoe kan je hem pijpen als [verdachte] zijn onderbroek nog aan heeft?
A: Die had hij later uitgedaan.
V: Wat gebeurt er met de piemel van [verdachte] als jij hem pijpt?
A: Die wordt dan hard.
V: Hoe stopt het pijpen?
A: Het was gewoon gestopt.
V: Hoe gaat dat dan?
A: Dat weet ik eigenlijk niet meer, het was gewoon gestopt.
V: Wat kan jij over de piemel van [verdachte] vertellen?
A: Een piemel is een piemel toch.
V: Hoe was het met het schaamhaar bij [verdachte] ?
A: Het was geschoren maar niet dat het kaal was.
V: Zijn er nog andere, dingen aan de piemel van [verdachte] je opgevallen?
A: Daar heb ik niet op gelet.
V: Hoe was jouw positie tijdens het pijpen?
A: Ik zit op het bed, aan het einde van het bed.
V: Wat ga je doen als het pijpen gestopt is?
A: Toen trok ik mijn shirt zelf weer aan en [verdachte] trok toen zijn broek aan.
V: Hoe was het toen met jou kleding?
A: [verdachte] heeft toen mijn shirt uitgedaan, voor de rest had ik mijn kleding aan.
(...) A: Toen liepen wij samen naar beneden.
V: Wat gebeurde er in de woonkamer?
A: Toen wilde ik naar huis gaan maar toen gaf [verdachte] mij twintig euro.
A: Daarna ging ik naar huis.
V: Hoe heb je daarna contact met [verdachte] gehouden?
A: Via de app.
V: Wanneer spraken jullie weer af?
A: Een paar dagen later.
V: Hoe ging het de 3e keer toen je [verdachte] ontmoette?
A: Ik ging naar de woning van [verdachte] toe.
V: Hoe ging het verder?
A: Wij kwamen weer in zijn slaapkamer terecht.
V: Wat gebeurde er die 3e keer in de slaapkamer van [verdachte] ?
A: Toen begon [verdachte] mij weer te strelen over mijn lichaam.
V: En verder?
A: Toen kleedde hij mij uit en kleedde hij zichzelf ook uit.
V: Wanneer was die 3e afspraak met [verdachte] ?
A: Dat was (...) meer dan een half jaar geleden.
V: Wanneer heb jij voor het laatst contact gehad met [verdachte] ?
A: Dat was een paar weken geleden of een maand of zo.
V: Hoe kwam dat contact ineens?
A: Hij appte mij.
V: De politie weet dat jij verleden week weer contact met [verdachte] heb gehad waarin hij vroeg of je langs kon komen. Hoe zit dat?
A: Ik heb toen geantwoord dat ik niet kon komen omdat ik veel huiswerk had.
V: [verdachte] zegt: "Dan geef ik je 50". Wat bedoelt hij daarmee?
A: Dat hij mij 50 euro wil geven om seks met mij te hebben. Dat wilde ik niet. Daarom zei ik tegen hem dat ik niet kon omdat ik veel huiswerk had. [verdachte] zei later dat hij mij kon helpen met mijn huiswerk.
V: Waar ben jij nog meer in de woning van [verdachte] geweest?
A: Naar de wc, die was in de badkamer op de bovenverdieping van die woning.
V: Wat voor kleur was die badkamer?
A: De wc, het toilet en de wasbak waren wit van kleur. Er lagen kleedjes op de grond zodat je niet zou uitglijden.
V: Hoe zag de douche eruit?
A: Die was afgescheiden met een glaswand.