Uitspraak
1.Geding in cassatie
3.Beoordeling van het eerste middel
4.Slotsom
5.Beslissing
S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 juni 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte is veroordeeld voor mensenhandel. De Hoge Raad behandelt het beroep op 26 juni 2018. De verdachte, geboren in 1987, heeft zich beschikbaar gesteld voor prostitutie, waarbij misbruik is gemaakt van zijn kwetsbare positie. De advocaat van de verdachte, R.I. Kool, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad oordeelt dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM, in de cassatiefase is overschreden. Dit leidt tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van veertien maanden met twee maanden, waardoor de nieuwe straf twaalf maanden bedraagt. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar verwerpt het beroep voor het overige. Het arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst en E.S.G.N.A.I. van de Griend, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.