ECLI:NL:HR:2017:91

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2017
Publicatiedatum
26 januari 2017
Zaaknummer
16/01782
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen boetebeschikking van de Staatssecretaris van Financiën

In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag, die op 26 februari 2016 werd gedaan in hoger beroep tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag. De zaak betreft een boetebeschikking die aan [X] B.V. was opgelegd voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009. De boete was opgelegd door de Staatssecretaris van Financiën, en [X] B.V. heeft hiertegen hoger beroep aangetekend. Het Gerechtshof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd, waarop [X] B.V. in cassatie is gegaan.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep beoordeeld en het middel dat door [X] B.V. was voorgesteld, kon niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelde dat het middel geen nadere motivering behoeft, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof in stand heeft gelaten.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten van de procedure niet aan een van de partijen worden opgelegd. De beslissing van de Hoge Raad om het beroep in cassatie ongegrond te verklaren, werd openbaar uitgesproken op 27 januari 2017.

Uitspraak

27 januari 2017
Nr. 16/01782
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 26 februari 2016, nr. BK-15/00651, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 14/8262) betreffende de aan belanghebbende ter zake van de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009 opgelegde boetebeschikking.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2017.