ECLI:NL:HR:2017:892

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 mei 2017
Publicatiedatum
16 mei 2017
Zaaknummer
15/04453
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van witwassen door het overmaken van kinderopvangtoeslag verkregen uit eigen misdrijf

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 17 september 2015, waarin de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van witwassen. De verdachte had kinderopvangtoeslag ontvangen op een bankrekening, welke afkomstig was uit een eigen misdrijf. De Hoge Raad behandelt de vraag of het overmaken van deze toeslag aan vraagouders en gastouders kan worden gekwalificeerd als witwassen, in het bijzonder of de term 'overdragen' gelijkgesteld moet worden met 'verwerven' of 'voorhanden hebben'. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelt dat het middel niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep zonder nadere motivering, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak is gedaan op 16 mei 2017 door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

16 mei 2017
Strafkamer
nr. S 15/04453
DFL/SSA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 17 september 2015, nummer 22/004174-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier L. Nuy, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 mei 2017.