In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 mei 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Malaysian International Shipping Corporation Berhad (MISC) tegen Royal Insurance (Malaysia) Sdn. Bhd., Unilever Nederland Services B.V. en Schutter International B.V. De zaak betreft een geschil over de beschadiging van lading tijdens vervoer en de vraag of er verwarring bestond omtrent de wederpartij. MISC had eerder in de feitelijke instanties beroep gedaan op verschillende vonnissen en arresten, waaronder die van de rechtbank Rotterdam en het gerechtshof 's-Gravenhage. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van MISC verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.790,34. De uitspraak is gedaan door een samengesteld college van rechters, onder leiding van vice-president E.J. Numann.