Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
18 april 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, waarbij een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel aan de orde was. De betrokkene, geboren in 1986, had hennepstekken gekweekt, en de Hoge Raad moest zich buigen over de vraag of de ontneming van het voordeel terecht was. De zaak betreft de kwekerij van 9.880 hennepstekken, die plaatsvond vóór de bewezen verklaarde datum. De Hoge Raad verwijst naar de verkoopprijs per hennepstekje en verschillende kostenposten die zijn meegenomen in de schatting van het voordeel. Er wordt ook verwezen naar een financieel rapport en het BOOM-rapport uit 2010. De Advocaat-Generaal, F.W. Bleichrodt, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft dit advies gevolgd. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet tot cassatie kan leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad is op 18 april 2017 uitgesproken, waarbij de vice-president en twee raadsheren aanwezig waren.