ECLI:NL:HR:2017:835

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 mei 2017
Publicatiedatum
9 mei 2017
Zaaknummer
16/05976
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlevering ter fine van strafvervolging aan de Verenigde Staten van Amerika

Op 9 mei 2017 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 16/05976. Deze zaak betreft de uitlevering van een opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten van Amerika voor strafvervolging. De Rechtbank Den Haag had op 22 november 2016 de uitlevering toelaatbaar verklaard, gebaseerd op de feiten zoals beschreven in de Affidavit in Support of Request for Extradition van Jesse M. Barret, Assistant United States Attorney, gedateerd 16 augustus 2016. De opgeëiste persoon, geboren in 1964, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.

Namens de opgeëiste persoon heeft advocaat N. Gonzalez Bos uit 's-Gravenhage middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van de Rechtbank Den Haag in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en M.J. Borgers, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

9 mei 2017
Strafkamer
nr. S 16/05976 U
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 22 november 2016, nummer UTL-I-2016.077.127, op een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering van:
[de opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.

1.De bestreden uitspraak

De Rechtbank heeft de uitlevering van de opgeëiste persoon toelaatbaar verklaard ter strafvervolging ter zake van - naar de Hoge Raad begrijpt - de feiten zoals omschreven in de Affidavit in Support of Request for Extradition van Jesse M. Barret, Assistant United States Attorney, van 16 augustus 2016.

2.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft N. Gonzalez Bos, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 mei 2017.