Uitspraak
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 26 juni 2015, nrs. BK‑14/00771 tot en met BK‑14/00831, op het hoger van de Inspecteur en het incidentele hoger beroep van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 12/6733, SGR 12/6827, SGR 12/6828, SGR 12/6845, SGR 12/6846, SGR 12/6847, SGR 12/6849, SGR 12/6850, SGR 12/6851, SGR 12/6855, SGR 12/6857, SGR 12/6858, SGR 12/6859, SGR 12/6861, SGR 12/6862, SGR 12/6864, SGR 12/6867, SGR 12/6868, SGR 12/6888, SGR 12/6935, SGR 12/6938, SGR 12/6942, SGR 12/6944, SGR 12/6948, SGR 12/6959, SGR 12/6960, SGR 12/6961, SGR 12/6973, SGR 12/7001 tot en met SGR 12/7006, SGR 12/7008 tot en met SGR 12/7014, SGR 12/7016, SGR 12/7017 tot en met SGR 12/7025, SGR 12/7027, SGR 12/7028, SGR 12/7030, SGR 12/7036, SGR 12/7038, SGR 12/7042, SGR 12/7044 SGR 12/7046, SGR 12/7047 en SGR 12/7049) betreffende 61 maal door belanghebbende op aangifte voldane bedragen aan belasting van personenauto's en motorrijwielen. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.