ECLI:NL:HR:2017:737

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 april 2017
Publicatiedatum
20 april 2017
Zaaknummer
11/04060
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsrecht en onrechtmatige daad bij selectieve betaling door bestuurder

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een cassatieberoep ingesteld door Mr. Roeland Hugo Gerard Marie Kerckhoffs, curator in het faillissement van Nutriscience B.V. De zaak betreft de vraag of er sprake is van onrechtmatige daad door de bestuurder van de vennootschap door selectieve betalingen te verrichten. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Maastricht en het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waaruit blijkt dat de curator in zijn vordering is afgewezen. De curator heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat op 15 maart 2011 is gewezen. De verweerder heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd. De Hoge Raad heeft de klachten van de curator beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en veroordeelt de curator in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

21 april 2017
Eerste Kamer
11/04060
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
Mr. Roeland Hugo Gerard Marie KERCKHOFFS, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Nutriscience B.V.,
wonende en kantoorhoudende te Maastricht,
EISER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Garretsen, thans mr. K. Aantjes,
t e g e n
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. K. Teuben.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de curator en [verweerder].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 121717/HA ZA 07-708 van de rechtbank Maastricht van 20 augustus 2008;
b. het arrest in de zaak HD 200.018.873 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 15 maart 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft de curator beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de curator heeft bij brief van 15 maart 2017 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de curator in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
21 april 2017.