De bestreden beschikking houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
"2. Inhoud klaagschrift
Het klaagschrift strekt primair tot teruggave van de onder klager inbeslaggenomen voorwerpen, te weten drie mobiele telefoons. Subsidiair richt het klaagschrift tegen het gebruik van de inbeslaggenomen telefoons.
3 Beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
In de nacht van 3 op 4 maart 2015 is klager aangehouden en zijn onder klager voornoemde voorwerpen inbeslaggenomen. Op 22 maart 2015 is het beslag opgeheven en zijn de telefoons aan klager geretourneerd.
De raadsman van klager heeft in raadkamer ter aanvulling op het klaagschrift aangevoerd dat het Openbaar Ministerie weigert om opheldering te geven over de vraag of de telefoons van klager zijn uitgelezen en op grond waarvan dat is geschied. Als de telefoons zijn uitgelezen dan richt het beklag zich daartegen. Op grond van artikel 552a Sv kun je het beklag richten tegen het gebruik van bepaalde gegevens. Het Openbaar Ministerie dient aan te tonen dat de inbeslagname van de telefoons relevant is voor de waarheidsvinding in het lopend onderzoek en dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave. Echter, de rollen worden omgedraaid en klager dient nu aan te tonen dat zijn telefoons niet relevant zijn voor het onderzoek. De raadsman verzet zich tegen de werkwijze van het Openbaar Ministerie waarbij voorwerpen van een ieder zomaar in beslag kunnen worden genomen. De raadsman heeft verzocht het beklag gegrond te verklaren en het Openbaar Ministerie opdracht te geven de verdediging te informeren of de telefoons al dan niet zijn uitgelezen.
De officier van justitie heeft verklaard dat het in het kader van deze procedure niet relevant is of de telefoons al dan niet zijn uitgelezen. De telefoons zijn inbeslaggenomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek, waarbij de telefoons kunnen worden uitgelezen. De inbeslagneming is rechtmatig geschied. Het Openbaar Ministerie kan geen antwoord geven op de vragen van de verdediging in het belang van het onderzoek. De officier van justitie heeft verzocht het beklag ongegrond te verklaren, nu de verdediging onvoldoende heeft onderbouwd welke belangen van klager in het geding zijn dat de gegevens op zijn telefoon niet gebruikt mogen worden.
De rechtbank overweegt het volgende.
De rechtbank constateert dat de drie onder klager inbeslaggenomen telefoons op 22 maart 2015 aan klager zijn teruggegeven. Nu de telefoons reeds zijn teruggegeven kan klager niet worden ontvangen in zijn klacht over de inbeslagname en het gebruik van de telefoons. De onderhavige procedure kan slechts worden aangewend om te klagen over beslag dat nog voortduurt en niet om een oordeel te verkrijgen over de rechtmatigheid van in het verleden gelegd, maar reeds beëindigd beslag of het gebruik daarvan (zie o.a. HR 3 juni 2003, LJN AF6594).
De procedure van artikel 552a Sv voorziet evenmin in het doen van beklag tegen kennisneming en gebruik van gegevens die zijn ontleend aan inbeslaggenomen voorwerpen. De (waarschijnlijk) van de drie telefoons uitgelezen gegevens zijn ook geen gegevens "vastgelegd tijdens een doorzoeking of op vordering verstrekt" en ook niet "opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een geautomatiseerd werk en vastgelegd bij een onderzoek in zodanig werk" als bedoeld in artikel 552a Sv (vgl. HR 9 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012: BX5510).
Het beklag dient op grond van het voorgaande niet ontvankelijk te worden verklaard."