2.2.3.Ten aanzien van de bewezenverklaring heeft het Hof voorts het volgende overwogen:
"Bewijsverweer
Verdachte ontkent zich schuldig te hebben gemaakt aan hetgeen onder 1 primair tot en met meest subsidiair aan hem is ten laste gelegd. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte van die feiten moet worden vrijgesproken, op gronden zoals aangevoerd in de pleitaantekeningen die door de raadsvrouw ter zitting aan het hof zijn overhandigd. Kort weergegeven, komt het verweer op de volgende punten neer:
- medeplegen kan niet bewezen worden, omdat geen sprake is van nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte;
- het weggedrag van medeverdachte [betrokkene 2] kan niet gekwalificeerd worden als poging tot doodslag/zware mishandeling nu niet kan worden bewezen dat [betrokkene 2] daarop het opzet had;
- verdachte had niet het opzet op de dood of zwaar lichamelijk letsel van de aangevers [verbalisant 1] en [verbalisant 2];
- verdachte heeft ter zitting van het hof verklaard dat hij in paniek handelde, dat de hele rit hectisch verliep. Hij heeft niet tijdens de gehele rit gezien hoe [betrokkene 2] heeft gereden. Daarnaast is niet vast te stellen op welke gebeurtenissen verdachtes uitspraken precies betrekking hadden en is onvoldoende duidelijk of [betrokkene 2] zijn gedragingen in opdracht van verdachte heeft verricht.
(...)
De feiten
In de vroege ochtend van 17 oktober 2014 heeft verdachte, samen met medeverdachten [betrokkene 1] en [betrokkene 2], in Nieuw-Weerdinge een groot aantal hennepplanten uit een hennepkwekerij gestolen. Zij maakten daarbij gebruik van twee auto's, te weten een witte Mercedes Sprinter (hierna: de witte bus) en een Renault Laguna. [betrokkene 1] was bestuurder van de witte bus, verdachte was bijrijder. [betrokkene 2] bestuurde de Laguna.
Na de diefstal trokken beide voertuigen de aandacht van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], die in hun dienstvoertuig achter beide voertuigen reden. De verbalisanten gaven de witte bus uiteindelijk op de N34, bij de afrit Gasselte, een stopteken. De witte bus voldeed niet aan dat teken en ging ervandoor. In de volgende, relatief korte, periode van ongeveer zeventien minuten, waarin de verbalisanten met hun dienstvoertuig trachtten de witte bus te achterhalen en te laten stoppen voerde de bestuurder van de Renault Laguna een aantal levensgevaarlijke manoeuvres uit jegens de verbalisanten. De verbalisanten zagen gedurende deze rit dat de bestuurder van de Renault Laguna verschillende keren aan het telefoneren was.
Achteraf bleek dat op de telefoon van medeverdachte [betrokkene 2], uit hoofde van een ander strafrechtelijk onderzoek een tap liep. Hierdoor kon worden vastgesteld dat gedurende rit van ongeveer zeventien minuten veertien maal telefonisch contact is geweest tussen de inzittenden van de witte bus en [betrokkene 2], de bestuurder van de Renault Laguna. Bijeengenomen hebben verdachte en [betrokkene 2] in die rit gedurende in totaal ongeveer 8 minuten met elkaar in contact gestaan en gesproken. Hoewel de exacte locatie van de verschillende aangestraalde zendmasten niet uit het dossier kan worden afgeleid volgt uit de processen-verbaal wel dat de in die tapgesprekken aangeduide zendmasten dat de gereden route past bij de in die gesprekken genoemde locaties, namelijk plaatsen of gemeenten. Verdachte heeft erkend de gesprekken te hebben gevoerd en de route over de N 34 vanaf Borger, via Gasselte, Annen, Zuidlaren te hebben gereden waarna op de A 28 verdachte zijn weg heeft vervolgd.
Uit de verklaring van de verdachte op de terechtzitting van het hof blijkt dat hij degene was die [betrokkene 2] telkens belde en de gesprekken met [betrokkene 2] voerde. Uit de vastlegging van de tapgesprekken blijkt dat verdachte tijdens de achtervolging onder meer tegen [betrokkene 2] heeft gezegd:
- Bij aanstraling van de zendmast Drouwen, om 4:31:04 uur:
- Verdachte: "Oooh hey luister"
- [betrokkene 2]: "Ja"
- Verdachte: "Ja kom die auto knallen voor ons nu"
- [betrokkene 2]: "Vol gas voor jullie aan"
- Verdachte: "Ja kom voor ons knallen nu"
- [betrokkene 2]: "Oké, ik kom er aan"
- Verdachte: "[betrokkene 2] kom ze knallen"
- Bij aanstraling van de zendmast Drouwen, om 4:32:10 uur:
- Verdachte: "He kom die skowtoe (fon) nu knallen voor ons nu"
- [betrokkene 2]: "Wat"
- "Nu nu kom die skowtoe (fon) nu knallen met die auto knal op hun"
- [betrokkene 2]: "Oké"
- Verdachte: "Is goed kom op hun knallen nu"
- Verdachte: "He kom draaien kom draaien"
- Bij aanstraling van de zendmast Drouwen, om 4:33:06 uur:
- Verdachte: "He knal die skowtoe (fon) nu [betrokkene 2] ik maak alles met je goed rij hem nu aan snel draai auto en knallen"
- [betrokkene 2]: "Wat moet ik doen moet ik knallen"
- Verdachte: "Ja nu met die auto gewoon tegen die auto aan snel"
- Verdachte: "Ja knal die auto met de auto schiet op"
- [betrokkene 2]: "Oké, is cool ik hoop dat het me lukt man"
- Verdachte: "Jo"
- Bij aanstraling van de zendmast Gieten, om 4:34:00 uur:
- Verdachte: "Is goed rij honderdtachtig en knal die skowtoe (fon) keihard"
- [betrokkene 2]: "Ja, ik doe mijn best"
- Bij aanstraling van de zendmast Annen, om 4:37:26 uur:
- Verdachte: "He waar ben je dan ben je achter ons ja he"
- [betrokkene 2]: "Ja, ik ben achter jullie"
- Verdachte: "Oké, doe je ding, ja doe je ding"
- [betrokkene 2]: "Ja, ik ga mijn best doen ja"
- Verdachte: "Ja, ga daarnaast rijden, wij moeten iets langzamer"
- Verdachte: "Achterwiel aanraken dan spint ie doe wat je moet doen"
- [betrokkene 2]: "Ja, ik ga mijn ding doen, ja"
- Verdachte: "Ja, wij rijden langzaam, kom gewoon ervoor en knal ze gewoon dat ze niet verder kunnen, oké"
- [betrokkene 2]: "Ik laat ze anders wel achterin mij klappen"
- Verdachte: "Oké, is goed jo"
- Bij aanstraling van de zendmast Zuidlaren, om 4:38:35 uur:
- Verdachte: "Man, eeh haal ze in doe dan jonge waar wacht je op"
- [betrokkene 2]: "Bocht man ik (...) en ze gaan blokkeren mij"
- Verdachte: "Doe hoe je het moet doen snel ga ervoor pressure (fon) op de achterkant weet ik veel doe wat"
- Bij aanstraling van de zendmast Zuidlaren, om 4:39:28 uur:
- [betrokkene 2]: "Jo, versterking is er al man"
- Verdachte: "Wat ja doe wat dan jonge knal ze rij ze blokkeer ze man
- [betrokkene 2]: "Ja, ik wil niet gepakt worden kerel"
- Verdachte: "Maakt niet uit broer, ik regel dat met jou hou ze nou maar tegen "aben" (fon) laten we wegrennen laten deze bus achter met die wierie desnoods"
- [betrokkene 2]: "Ja beter doe dat ik knal hem ook door"
- Verdachte: "Ja nee luister blokkeer hun ja voor hun en blokkeer ze dat ze er niet langs kunnen nu"
- [betrokkene 2]: "Ja"
- Verdachte: "Je hoeft ze niet tegen te houden maar ga gewoon ervoor en schud heen en weer zodat ze er niet langs kunnen schiet op schiet op"
- [betrokkene 2]: "Jo is goed is goed niet meer bellen"
- Bij aanstraling van de zendmast A28/Eelde, om 4:40:39 uur:
- Verdachte: "Eeh, ga ze voor en ga ze afsnijden schiet op"
- [betrokkene 2]: "Ik doe me ding man maar er zit ook al 1 achter mij alles ik wil niet gepakt worden voor deze kankershit" (....)
- [betrokkene 2]: "Weet je hoe kanker lang ik hiervoor ga vriend"
- Verdachte: "En je krijgt even veel jonge doe nu maar wat ik je zeg man skowtoe (fon) voor ons"
- [betrokkene 2]: "Ik doe mijn ding ja"
- Verdachte: "Ja doe je ding gewoon ik bouw op jou ik heb je niet voor niets meegenomen snij ze af".
Gedurende deze periode waarin de politie [betrokkene 2] heeft getapt namen de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] gelet op hun processen-verbaal van bevinding onder meer het volgende waar:
- terwijl de verbalisanten met een snelheid boven de maximaal toegestane snelheid van 100 km/u over de N34 reden, zagen zij in de verte de voor hen rijdende Renault Laguna op de weg keren en vervolgens met hoge snelheid over de door hen bereden weghelft op hen af komen rijden. Op dat moment rijdt de witte bus zodanig links naast de verbalisanten, dat zij niet naar links konden uitwijken. Door hard te remmen en in de richting van de berm te sturen waardoor de auto aldaar ook belandde, kon [verbalisant 1], die de dienstauto bestuurde, op het nippertje een aanrijding voorkomen.
Verbalisant [verbalisant 1] is ter zitting van het hof gehoord. Over dit onderdeel van de tenlastelegging heeft hij verklaard dat hij zeker wist dat de Laguna op de weghelft van de verbalisanten reed, dat de snelheid van de Laguna hoog was, dat de Laguna recht op hen af kwam, dat hij niet naar links kon uitwijken omdat de witte bus naast hem reed, dat hij heel hard geremd heeft en de berm is ingereden. Net voordat hij remde dacht hij "dit was het". Verbalisant [verbalisant 2] is eveneens ter zitting van het hof gehoord. Hij heeft in dezelfde zin als [verbalisant 1] verklaard, maar ook verklaard dat toen ze met het dienstvoertuig de berm inreden, de Laguna heel hard rakelings langs hen schoot.
- verderop op de N34 werden de verbalisanten met hoge snelheid ingehaald door de Renault Laguna, die na de confrontatie weer was gekeerd. Op het moment dat de Laguna naast de politieauto reed, maakte de auto een beweging naar rechts. Door met kracht te remmen wist [verbalisant 1] een aanrijding te voorkomen;
- op de snelweg, A28, rijdende in de richting Groningen, maakte de Renault Laguna, op het moment dat de politieauto hem aan de linkerkant wilde passeren en de verbalisanten minstens honderdtwintig kilometer per uur reden, een beweging naar links, waarbij de politieauto door de Renault Laguna werd geraakt. Dit gebeurde op een moment dat in de middenberm, links van de politieauto, betonblokken stonden ter afscheiding van de rijbanen, en achter de politieauto en de Renault Laguna andere voertuigen reden, zodat het voor de politieauto niet mogelijk was om naar links of naar achteren uit te wijken.
Ter zitting van het hof heeft verbalisant [verbalisant 2] verklaard dat de Laguna probeerde het dienstvoertuig tegen de railing te duwen, dat de afstand tussen het dienstvoertuig en de betonnen railing ongeveer een meter was en dat dat met een plotselinge beweging gebeurde, die hij niet had verwacht.
Vrijspraak van onderdelen van de tenlastelegging
In de primaire tenlastelegging worden achtereenvolgens 4 verschillende feitelijke gedragingen ten laste gelegd als gedragingen die met het opzet op de dood dan wel zware mishandeling door verdachten zouden zijn uitgevoerd. Het hof zal verdachte vrijspreken van hetgeen als tweede en derde feitelijke gedraging is opgenomen omdat het hof van oordeel is dat van die onderdelen niet bewezen kan worden dat zij zijn uitgevoerd met de (voorwaardelijke) opzet op het doden dan wel zware mishandeling. Uit de hiervoor weergegeven feitelijke vaststelling van de gedragingen van [betrokkene 2] en hetgeen verdachte door de telefoon heeft gezegd blijkt weliswaar dat verdachten alles in het werk stelden om zich van de politieauto te ontdoen en dat daarbij onverantwoorde risico's in het verkeer zijn genomen maar dat acht het hof onvoldoende voor het bewezen verklaren van het hebben van (voorwaardelijk) opzet op de dood dan wel zware mishandeling.
Medeplegen
De deelnemingsvorm 'medeplegen' ziet op een bewuste en nauwe samenwerking gericht op de totstandkoming van een strafbaar feit. Aan het bewijs van medeplegen hoeft het niet zelfstandig verrichten van een uitvoeringshandeling niet zonder meer in de weg te staan, zoals evenmin lijfelijke afwezigheid een beletsel hoeft te vormen. Een vooropgezet plan hoeft aan het medeplegen niet ten grondslag te liggen, want medeplegen kan ook als een opwelling uit de situatie voortspruiten en zelfs stilzwijgend plaatsvinden. Evenmin hoeft iedere medepleger exact op de hoogte te zijn van de bijdragen van de andere medepleger(s) aan het strafbare feit. Wel dient er bij de medepleger sprake te zijn van een zogenoemd 'dubbel' opzet dat bestaat in een wilsgerichtheid, zowel op het tot stand brengen van het feit als op de samenwerking met de andere dader of daders.
Uit de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden blijkt dat verdachte als bijrijder van de witte bus de uitvoeringshandeling in de tenlastelegging die met de Renault Laguna zijn uitgevoerd niet zelf heeft verricht.
Uit de telefoongesprekken blijkt echter dat verdachte kort ervoor [betrokkene 2] belde. Verdachte gaf [betrokkene 2] aanwijzingen of instructies over de wijze waarop [betrokkene 2] zijn auto tegen de politieauto moest inzetten. Uit de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden volgt ook dat [betrokkene 2] de handelingen ('draaien', (pogen om) de politieauto aan te rijden ('knallen') heeft verricht. Verdachte en [betrokkene 2] hebben over en weer gesproken over 'je/mijn ding doen' hetgeen naar het oordeel van het hof gezien de inhoud van de gesprekken alleen maar kan hebben betekend dat verdachte en [betrokkene 2] tezamen en in vereniging hebben geprobeerd via het gebruik van de [betrokkene 2]' auto met hoge snelheid op de politieauto in te rijden.
Uit de weergegeven tapgesprekken blijkt dat verdachte meermalen heeft gezegd dat [betrokkene 2] met zijn auto op de politieauto moest knallen. Bovendien heeft hij gezegd dat [betrokkene 2] daarbij een snelheid van 180 kilometer per uur moest rijden. [betrokkene 2] voert dit uit en rijdt met hoge snelheid recht op de politieauto af terwijl verdachte dit waar kan nemen omdat de auto waar hij in zit dicht bij die politieauto rijdt. Op geen enkel moment laat hij [betrokkene 2] weten dat die met zijn handelingen moet stoppen terwijl hij ziet dat [betrokkene 2] op de politieauto inrijdt en ook blijkt niet dat verdachte de bestuurder van de auto waar hij in zat heeft gezegd dat die de mede gevaar zettende situatie ontstaan door hun eigen voertuig moest veranderen. Het gedrag van [betrokkene 2] op aanwijzing van verdachte uitgevoerd is naar het oordeel van het hof naar de uiterlijke verschijningsvorm zozeer gericht op de dood van de inzittenden van de politieauto dat zowel [betrokkene 2] als verdachte in hun samenwerking de aanmerkelijke kans op het intreden van de dood als gevolg van die handeling hebben aanvaard. Dat de beoogde botsing niet heeft plaatsgevonden is slechts het gevolg van een ingrijpende uitwijkmanoeuvre van de bestuurder van de politieauto. Het hof is derhalve van oordeel dat verdachte en [betrokkene 2] het tenlastegelegde opzet in de vorm van voorwaardelijk opzet op de dood van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben gehad.
Voor zover de raadsvrouw door het enkele noemen van het Porsche-arrest bij wijze van verweer een beroep heeft willen doen op de inhoud van dit arrest, passeert het hof dit verweer. De onderhavige casus wijkt feitelijk zodanig veel af van de casus van het Porsche-arrest dat zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, het hof niet inziet waarom een beroep op dit arrest leidt tot vrijspraak van hetgeen verdachte onder 1 primair is tenlastegelegd.
Verdachte heeft ter zitting van het hof weliswaar bekend dat hij de betreffende telefoongesprekken heeft gevoerd, maar dat hij in paniek handelde, dat de hele rit hectisch verliep. Het feit dat verdachte in paniek handelde en dat de rit hectisch verliep, sluit op zichzelf niet uit dat verdachte opzettelijk heeft gehandeld. Die opzet wordt immers zoals hierboven overwogen bewezen verklaard aan de hand van het geconstateerde gedrag van verdachte en medeverdachte [betrokkene 2] en het oordeel dat dit gedrag naar de uiterlijke verschijningsvorm gericht is op de dood van de inzittenden van de politieauto.
(...)
Het hof verwerpt de bewijsverweren en acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander heeft geprobeerd opzettelijk [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van het leven te beroven."