Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
4 april 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 3 juni 2016 uitspraak deed in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van zware mishandeling van een baby, met fatale gevolgen. De zaak betreft het zogenaamde 'Shaken baby syndroom', waarbij de baby door schudden ernstig letsel heeft opgelopen, wat uiteindelijk heeft geleid tot de dood. De verdachte heeft in cassatie middelen van cassatie voorgesteld, vertegenwoordigd door advocaat G. Spong uit Amsterdam. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan. De Hoge Raad oordeelt dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, en is uitgesproken op 4 april 2017.