ECLI:NL:HR:2017:54

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 januari 2017
Publicatiedatum
19 januari 2017
Zaaknummer
16/05368
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens gebreke aan het overleggen van de bestreden uitspraak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2017 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie met nummer 16/05368. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie van belanghebbenden. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbenden op 8 november 2016 verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Dit verzoek was gedaan per aangetekende brief, die volgens de gegevens van PostNL op het opgegeven adres is afgeleverd. Echter, belanghebbenden zijn in gebreke gebleven om aan dit verzoek te voldoen.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het niet mogelijk is om te bepalen waarop het geschil betrekking heeft, aangezien belanghebbenden de benodigde documenten niet hebben overgelegd. Hierdoor kon de Hoge Raad niet tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak komen. De Hoge Raad heeft daarom het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten van de procedure niet aan een van de partijen worden opgelegd. De uitspraak is gedaan door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, samen met de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

20 januari 2017
Nr. 16/05368
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X1]en
[X2]te
[Z](hierna: belanghebbenden).

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbenden bij aangetekende brief van 8 november 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbenden opgegeven adres, verzocht binnen vier weken na de dagtekening van deze brief een afschrift van de bestreden uitspraak (of: uitspraken) over te leggen.
Belanghebbenden zijn evenwel in gebreke gebleven aan dat verzoek te voldoen.
Nu het niet mogelijk is te bepalen waarop het geschil betrekking heeft, zal de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2017.