ECLI:NL:HR:2017:537

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 maart 2017
Publicatiedatum
30 maart 2017
Zaaknummer
16/05523
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belasting van personenauto's en motorrijwielen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 maart 2017 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie met nummer 16/05523. Het beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 13 oktober 2016, waarin het verzet van [X] tegen een eerdere uitspraak over een door hem voldaan bedrag aan belasting van personenauto's en motorrijwielen aan de orde was. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld.

De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift in cassatie op 17 december 2016 per aangetekende brief gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor de betaling. Aangezien het griffierecht niet is voldaan, heeft de griffier op 19 januari 2017 de indiener opnieuw in de gelegenheid gesteld om te verklaren waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. De indiener heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 31 maart 2017.

Uitspraak

31 maart 2017
Nr. 16/05523
Arrest
gewezen op het door
[A]te
[Q]ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van de
Rechtbank Gelderlandvan 13 oktober 2016, nr. AWB 15/2885, op het verzet van [X] te [Z] tegen een uitspraak van de Rechtbank betreffende een door [X] op aangifte voldaan bedrag aan belasting van personenauto's en motorrijwielen.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift in cassatie bij aangetekende brief van 17 december 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de indiener opgegeven adres, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift in cassatie bij aangetekende brief van 19 januari 2017, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de indiener opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. De indiener van het beroepschrift in cassatie heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2017.