Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
14 maart 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 9 november 2015 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1965. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat R.J. Baumgardt uit Spijkenisse middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 14 maart 2017 het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken door de vice-president en de raadsheren in aanwezigheid van de waarnemend griffier.