Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. De verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben - zakelijk weergegeven - bevonden (dossierpagina's 67-69):
Op 11 december 2013 omstreeks 01.10 uur bevonden wij ons in Heeze, gemeente Heeze-Leende. Ons reed een Fiat Ducato tegemoet. Bij het voorbij rijden zagen wij dat er twee jonge personen in genoemd voertuig reden.
Gezien het tijdstip, de combinatie van de personen en de omgeving waar deze personen reden, besloten wij de bestuurder een stopteken te geven. Ons is ambtshalve bekend dat er veel inbraken worden gepleegd de laatste periode in Heeze.
Ik, [verbalisant 2] , reed achter de Fiat aan. Er werd een stopteken gegeven aan de bestuurder van de Fiat, waaraan werd voldaan. Mij, [verbalisant 2] , viel direct op dat de bestuurder aan het transpireren was op zijn (voor)hoofd. De bestuurder gaf mij op te zijn: [betrokkene] geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats] . Op het verblijfsdocument dat de passagier aan mij, [verbalisant 1] , overhandigde stonden de personalia: [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] .
Wij zagen dat de bestuurder, [betrokkene] , plotseling steeds heviger begon te transpireren en zich steeds zenuwachtiger gedroeg. Wij zagen dat het zweet letterlijk in druppel vorming langs zijn gezicht naar beneden viel. Wij zagen dat er stoomvorming plaatsvond op het hoofd [betrokkene] . Tijdens het spreken stotterde [betrokkene] lichtelijk en wist hij geen houding aan te nemen. Wij hadden het idee dat [betrokkene] zich zeer ongemakkelijk voelde door onze aanwezigheid. Ik, [verbalisant 2] , zag naast de bestuurderstoel waar [betrokkene] op zat 1 paar bevuilde werkhandschoenen.
Ik, [verbalisant 2] , zag dat de passagier, [verdachte] , opeens met zijn rechterarm een beweging maakte langs de rechterzijde van zijn stoel. Om goed te kunnen zien wat [verdachte] aan het doen was, keek ik, [verbalisant 2] , in de richting van de zitplaatsen waar [verdachte] en [betrokkene] zaten. Ik, [verbalisant 2] , zag direct achter de zitplaats (rugleuning) [betrokkene] een lange koevoet liggen en een grote waterpomptang. Ik, [verbalisant 2] , keek vervolgens wederom achter de stoelen van de Fiat en zag achter de leuning van de zitplaats van [verdachte] een grote betonschaar staan.
Ik, [verbalisant 2] , besloot ter inbeslagname van andere inbrekerswerktuigen de voorzijde van de Fiat te doorzoeken en vond in het dashboardkastje een grote schroevendraaier.
Wij vroegen [betrokkene] waar zij zojuist vandaan kwamen. Hierop antwoordde [betrokkene] dat zij iemand hadden afgezet in Heeze bij De Poortmannen. Ons is bekend dat De Poortmannen een industrieterrein betreft in Heeze. Ook is ons bekend dat er de laatste tijd veel inbraken plaatsvinden in en om dat industrieterrein.
De Fiat werd vervolgens verder onderzocht ter inbeslagname. In de afgesloten laadruimte troffen wij grijskleurige pallets aan. Wij zagen dat de gehele laadruimte gevuld was met genoemde pallets.
[betrokkene] en [verdachte] werden vervolgens beiden aangehouden.
2. De aangever [betrokkene 2] heeft - zakelijk weergegeven - verklaard (dossierpagina's 81-82):
Op 10 december 2013 omstreeks 17.00 uur verliet ik het bedrijf 'Dupon' aan de Industrieweg 81 te Heeze. Ik zag dat er 2 stapels van 14 pallets en 1 stapel van ongeveer 7 pallets stonden. Deze pallets waren grijs van kleur. Ik zag dat de 2 stapels van 14 pallets waren geseald met plastic.
Op 11 december 2013 omstreeks 08.15 uur kwam ik aan op mijn werk bij Dupon. Ik zag dat de rechterpoort, die toegang geeft tot het afgesloten terrein, openstond. Ik liep het terrein op. Ik zag op de plek waar de grijze pallets stonden plastic op de grond liggen waarmee de pallets waren geseald. Ik zag dat er 1 pallet was achtergebleven. De pallets zijn eigendom van het bedrijf Dupon.
Ik heb niemand de toestemming of het recht gegeven de pallets weg te nemen en zich deze toe te eigenen. Niemand had het recht daartoe.
3. De medeverdachte [betrokkene] heeft op 11 december 2013 - zakelijk weergegeven - verklaard (dossierpagina's 50-53):
V = vraag verbalisant
A = antwoord
A: Ik beken de diefstal van de pallets. Ik heb de pallets bij een bedrijf weggenomen. Ik had inderdaad ook gereedschap in de bestelbus liggen.
A: Ik ben gisteren omstreeks 23.55 uur naar het industrieterrein in Heeze gereden. Het industrieterrein is genaamd De Poortmannen. Ik ben daar naar een bedrijf gegaan en heb pallets in de bestelbus gedaan.
V: Als wij u de naam Dupon noemen, wat kunt u dan verklaren?
A: Als u dat zegt dan klopt dat wel.
V: Wie was er bij jou?
A: [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte] ).
4. De verdachte heeft - zakelijk weergegeven - verklaard (dossierpagina 26):
V = vraag verbalisant
A = antwoord
A: Op 10 december 2013 heb ik [betrokkene] gebeld. [betrokkene] heeft mij toen opgehaald.
V: Hoe laat heeft [betrokkene] jou opgehaald?
A: Dat zal omstreeks 23.30 uur zijn geweest.
V: Wie bedoel jij met ' [betrokkene] '?
A: [betrokkene] is de jongen die ook is aangehouden."