ECLI:NL:HR:2017:39

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 januari 2017
Publicatiedatum
17 januari 2017
Zaaknummer
15/05860
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen veroordeling tot T.B.S. en gevangenisstraf wegens kinderporno en aanranding

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 8 december 2015 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1981. De verdachte was veroordeeld tot terbeschikkingstelling (T.B.S.) met dwangverpleging en een gevangenisstraf van 24 maanden wegens meermalen bezit van kinderporno, feitelijke aanranding van de eerbaarheid en poging tot ontucht met een minderjarige via internet en webcam. De advocaat van de verdachte, I.T.H.L. van de Bergh, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Op 17 januari 2017 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken door de vice-president en twee raadsheren in aanwezigheid van de waarnemend griffier.

Uitspraak

17 januari 2017
Strafkamer
nr. S 15/05860
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 8 december 2015, nummer 21/003862-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft I.T.H.L. van de Bergh, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 januari 2017.