ECLI:NL:HR:2017:372

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 maart 2017
Publicatiedatum
7 maart 2017
Zaaknummer
16/01260
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van winkeldiefstallen met geprepareerde tassen in Haarlem

Op 7 maart 2017 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 16/01260. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 19 november 2015 werd gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1991. De verdachte was betrokken bij het medeplegen van winkeldiefstallen met behulp van geprepareerde tassen in Haarlem. De advocaat van de verdachte, N.D. de Fluiter, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep op 7 maart 2017 verworpen, en het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

7 maart 2017
Strafkamer
nr. S 16/01260
ABG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 19 november 2015, nummer 23/004836-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft N.D. de Fluiter, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
7 maart 2017.