ECLI:NL:HR:2017:3256

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
21 december 2017
Zaaknummer
16/04869
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huwelijksvermogensrecht en faillissementsrecht in cassatie met betrekking tot Pauliana en wijziging huwelijkse voorwaarden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil tussen de Stichting Syanora en de curator van een faillissement. De Stichting had in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 21 juni 2016 was gewezen. De zaak betrof de overdracht van een woning door echtgenoten aan een stichting, die door hen beiden was opgericht en bestuurd. De vraag was of deze overdracht onder de Pauliana viel, en of er sprake was van een wijziging van huwelijkse voorwaarden of een echtscheidingsconvenant. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de Stichting niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de Stichting veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 396,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

22 december 2017
Eerste Kamer
16/04869
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
De stichting STICHTING SYANORA,
gevestigd te Deventer,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M. Littooij,
t e g e n
Eric René LOOYEN,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [betrokkene 1] ,
kantoorhoudende te [plaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Stichting en de Curator.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/05/242402/HA ZA 13-284 van de rechtbank Gelderland van 10 juli 2013 en 18 juni 2014;
b. het arrest in de zaak 200.157.460 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 juni 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft de Stichting beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Curator heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de Stichting heeft bij brief van 8 december 2017 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Stichting in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Curator begroot op € 396,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien de Stichting deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.E. du Perron en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
22 december 2017.