ECLI:NL:HR:2017:3217

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
16/04693
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag ex art. 94a Sv in strafzaak tegen kentekenhouder motorfiets

In deze zaak gaat het om een beklag tegen een beslag dat is gelegd op een motorfiets, waarbij de klager, geboren in 1967, stelt dat hij de eigenaar is van het voertuig. Het beslag was aanvankelijk gelegd op basis van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering, maar de klager betwist de rechtmatigheid van dit beslag. De Hoge Raad heeft op 19 december 2017 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, waarbij het beroep van de klager werd verworpen. De advocaat van de klager, G.J.J.G. Stevens-Waltmans, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal G. Knigge concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing werd genomen door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, en werd uitgesproken tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

19 december 2017
Strafkamer
nr. S 16/04693 B
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 12 juli 2016, nummer RK 15/2037, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft G.J.J.G. Stevens-Waltmans, advocaat te Roermond, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 december 2017.