ECLI:NL:HR:2017:3103

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 december 2017
Publicatiedatum
7 december 2017
Zaaknummer
17/00962
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen vonnissen van het gemeenschappelijk Hof van Justitie inzake recht op mondeling pleidooi in Caraïbische zaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 december 2017 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van [verzoeker] tegen de vonnissen van het gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het cassatieberoep was gericht tegen de vonnissen die eerder zijn gewezen in de zaak 70358 door het gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 14 september 2015 en de daaropvolgende vonnissen van het hof op 26 april 2016 en 6 december 2016. De advocaat van [verzoeker], mr. J. van Weerden, heeft het cassatierekest ingediend, maar Korpodeko, de verweerder in cassatie, heeft geen verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal P. Vlas heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist onder artikel 81 lid 1 RO.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en [verzoeker] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Korpodeko zijn begroot op nihil. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheren op 8 december 2017.

Uitspraak

8 december 2017
Eerste Kamer
17/00962
TT/AR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende in [woonplaats] ,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J. van Weerden,
t e g e n
KORPORASHON PA DESAROYO DI KORSOU,
gevestigd te Willemstad, Curaçao,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en Korpodeko.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 70358 van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 14 september 2015;
b. de vonnissen in de zaak AR 70358/14 H-10/16 van het gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 26 april 2016 en 6 december 2016.
De vonnissen van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de vonnissen van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Korpodeko heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 10 november 2017 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Korpodeko begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
8 december 2017.