ECLI:NL:HR:2017:307

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 februari 2017
Publicatiedatum
23 februari 2017
Zaaknummer
16/00089
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrecht en de rol van partijdeskundige en getuige in cassatie

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen de vennootschap onder firma Leerfashion Modecentrum en de Algemene Friese Onderlinge Schadeverzekeringsmaatschappij 'Zevenwouden' U.A. Het geschil betreft de vraag of het aanbod tot leveren van tegenbewijs door een brandoorzaakdeskundige, die optreedt als partijdeskundige, al dan niet is gepasseerd. De Hoge Raad heeft op 24 februari 2017 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, die voortvloeit uit eerdere vonnissen en arresten van de rechtbank Leeuwarden en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van Leerfashion c.s. niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Leerfashion c.s. in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 848,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak en is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

24 februari 2017
Eerste Kamer
16/00089
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. De vennootschap onder firma LEERFASHION MODECENTRUM,
gevestigd te Genemuiden,
2. [eiser 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
3. [eiseres 3] ,
wonende te [woonplaats] ,
4. [eiser 4] ,
wonende te [woonplaats] ,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes,
t e g e n
ALGEMENE FRIESE ONDERLINGE SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ "ZEVENWOUDEN" U.A.,
gevestigd te Heerenveen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Leerfashion c.s. en Zevenwouden.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 97662/HA ZA 09-561 van de rechtbank Leeuwarden van 30 juni 2010, 13 oktober 2010 en 22 februari 2012;
b. de arresten in de zaak 200.107.553/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 juli 2013, 24 december 2013, 5 augustus 2014, 25 november 2014, 3 maart 2015 en 6 oktober 2015.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof van 25 november 2014 en 6 oktober 2015 hebben Leerfashion c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Zevenwouden heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Zevenwouden mede door mr. G.C. Nieuwland.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
Leerfashion c.s. hebben bij brief van 29 december 2016 op die conclusie gereageerd. Nu deze brief niet door tussenkomst van een advocaat aan de Hoge Raad is toegestuurd, zal de Hoge Raad daarop geen acht slaan.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Leerfashion c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Zevenwouden begroot op € 848,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
24 februari 2017.