ECLI:NL:HR:2017:3063

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 december 2017
Publicatiedatum
5 december 2017
Zaaknummer
17/04135
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis in verband met vrijspraak van medeverdachten

Op 5 december 2017 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Rechtbank Den Haag. De aanvrager, geboren in 1986, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, wegens deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. De aanvraag tot herziening was ingediend door J. Schepers, advocaat te Maastricht, en was gebaseerd op de omstandigheid dat twee medeverdachten in hoger beroep waren vrijgesproken.

De Hoge Raad oordeelde dat de aanvraag tot herziening niet kon slagen. Volgens artikel 457, lid 1, aanhef en onder a van het Wetboek van Strafvordering kan een herziening alleen worden aangevraagd op basis van de omstandigheid dat bij verschillende onherroepelijke arresten of vonnissen bewezenverklaringen zijn uitgesproken die niet overeen zijn te brengen. In deze zaak was er geen sprake van een dergelijk geval, waardoor de aanvraag niet-ontvankelijk werd verklaard.

De beslissing van de Hoge Raad bevestigt de eerdere veroordeling van de aanvrager en onderstreept de strikte voorwaarden waaronder herziening van een strafvonnis kan plaatsvinden. De uitspraak werd gedaan door vice-president J. de Hullu, samen met raadsheren A.J.A. van Dorst en E.S.G.N.A.I. van de Griend, en werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

5 december 2017
Strafkamer
nr. S 17/04135 H
JHO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsdegegaan vonnis van de Rechtbank Den Haag van 15 juni 2015, nummers 09/842360-14 en 09/852065-15, ingediend door J. Schepers, advocaat te Maastricht, namens:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.

1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

De Rechtbank heeft de aanvrager - voor zover hier van belang - ter zake van "deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven" veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.

2.De aanvraag tot herziening

2.1.
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2.
In de aanvraag wordt een beroep gedaan op de omstandigheid dat twee medeverdachten in hoger beroep zijn vrijgesproken.

3.Beoordeling van de aanvraag

3.1.
Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder a van art. 457 Sv slechts dienen de omstandigheid dat bij onderscheidene arresten of vonnissen die onherroepelijk zijn geworden of bij verstek zijn gewezen, bewezenverklaringen zijn uitgesproken die niet overeen zijn te brengen.
3.2.
De aanvraag, die ertoe strekt een beroep te doen op deze herzieningsgrond, kan niet slagen omdat zich hier niet voordoet het geval dat bij onderscheidene uitspraken bewezenverklaringen zijn uitgesproken die niet zijn overeen te brengen. Hieruit volgt dat de aanvraag niet kan worden ontvangen.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 december 2017.