Het Hof heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Het heeft daartoe het volgende overwogen:
"De raadsman heeft gesteld dat hij in het dossier niet heeft aangetroffen de MMA-melding van 26 juni 2016, dat hij daardoor niet heeft kunnen beoordelen wat de inhoud van de melding is geweest en hoe concreet de informatie in deze melding is geweest. Na de melding is er een politieambtenaar ter plaatse geweest en deze heeft het gezoem van vermoedelijk een ventilator gehoord en daarna is er binnengetreden. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat onder deze omstandigheden geen sprake kon zijn van een verdenking van een strafbaar feit en er geen machtiging tot binnentreden afgegeven had mogen worden. Er is sprake van een ernstig vormverzuim waarbij het huisrecht is geschonden. Bewijsuitsluiting van hetgeen in de woning is aangetroffen is de geëigende sanctie waardoor vrijspraak dient te volgen.
In dat verband overweegt het hof het volgende.
Op 26 juni 2014 ontving de politie een MMA-melding met de volgende inhoud: "Er is een hennepkwekerij in het senioren-appartement aan de [a-straat 1] in Duiven ([postcode]). De luxaflexen zijn altijd gesloten. Er hangt een hennepgeur rond het appartement. Op donderdag 26 juni zijn er meerdere mensen naar binnen gegaan en lijkt het alsof er geoogst wordt."
Op 26 juni 2014 te 17.00 uur is verbalisant [verbalisant] naar de woning aan de [a-straat 1] te Duiven gegaan. Deze verbalisant heeft bij de voordeur van het appartement gezoem van vermoedelijk een ventilator of ventilatoren gehoord. Hierop heeft de verbalisant contact opgenomen met de hulpofficier van justitie en deze heeft toestemming gegeven om de woning binnen te treden. De bewoner bleek niet aanwezig. De verbalisant is vervolgens zonder toestemming van de bewoner binnengetreden.
Van de betreffende MMA-melding is enkel een mutatierapport opgemaakt door de politie Gelderland-Midden onder registratienummer PL0796-2014069358-1. Daarvan is de raadsman in het kader van een aan de verdachte gedaan voorstel ter voorkoming van strafvervolging onder voorwaarden, in kennis gesteld.
Op grond van art. 9 van de Opiumwet hebben opsporingsambtenaren - in het geval van een woning voorzien van een machtiging tot binnentreden - toegang tot plaatsen waar redelijkerwijs vermoed kan worden dat aldaar een overtreding van de Opiumwet plaatsvindt. De verdenking van overtreding van de Opiumwet kan worden aangenomen op basis van anoniem aan de politie verstrekte informatie, zoals die in deze zaak via Meld Misdaad Anoniem beschikbaar is gekomen. Of de melding voldoende grondslag oplevert voor het aannemen van die verdenking is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval.
In het onderhavige geval is er, naar het oordeel van het hof, op basis van de enkele melding onvoldoende grondslag om tot een redelijk vermoeden te komen. Enig nader onderzoek ter verificatie van deze melding is daarvoor noodzakelijk. Door de verbalisant is bij onderzoek rondom de woning wel gezoem van vermoedelijk een ventilator gehoord, echter of er inderdaad een hennepgeur rond de woning hing, of de luxaflex gesloten was dan wel of er enige verdere waarnemingen ter plaatse zijn gedaan van verhoogde activiteit die zouden kunnen duiden op het oogsten van hennep, zoals gemeld in de melding, wordt niet gerelateerd in het proces-verbaal van bevindingen. Dit klemt temeer nu het onderzoek rondom de woning plaats had op de dag van de MMA-melding en die melding - kennelijk - betrekking had op gebeurtenissen van diezelfde dag. In dat geval had, bijvoorbeeld, de afwezigheid van een hennepgeur een contra-indicatie kunnen zijn voor de juistheid van de MMA-melding.
Op grond van deze feiten en omstandigheden vormde de aanwezige melding tezamen met de enkele constatering van een zoemend geluid van vermoedelijk een ventilator, onvoldoende concrete grondslag voor de verleende machtiging tot binnentreden. Het niettemin gevolgde binnentreden moet om die reden als onrechtmatig en als een niet meer te herstellen verzuim in het vooronderzoek worden aangemerkt."