Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
21 november 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 november 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 16/01747. De zaak betreft profijtontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepteelt. De betrokkene had eerder een (bestuurlijke) sanctie opgelegd gekregen en stelde dat de vervolging voor een strafbaar feit in strijd was met het ne bis in idem-beginsel, zoals vastgelegd in artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 februari 2016, waartegen het beroep in cassatie was ingesteld, werd daarmee bevestigd. De beslissing werd genomen door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.