ECLI:NL:HR:2017:2966

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 november 2017
Publicatiedatum
21 november 2017
Zaaknummer
16/01490
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van medewerking aan ademanalyse door bestuurder snorfiets en de gevolgen voor bewijsvoering en strafmotivering

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, waarbij de verdachte, geboren in 1991, weigerde medewerking te verlenen aan een ademanalyse, zoals voorgeschreven in artikel 163.2 van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte heeft middelen van cassatie ingediend via zijn advocaat P.A. van der Waal, die de argumenten voor de cassatie heeft uiteengezet in een schriftuur die aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat betekent dat hij van mening is dat de cassatie niet kan slagen.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de ingediende middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de argumenten van de verdachte niet voldoende achtte om het beroep te honoreren.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 21 november 2017 het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De uitspraak heeft implicaties voor de bewijsvoering en strafmotivering in zaken waarin de medewerking aan een ademanalyse wordt geweigerd.

Uitspraak

21 november 2017
Strafkamer
nr. S 16/01490
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 16 februari 2016, nummer 23/002902-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft P.A. van der Waal, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
21 november 2017.