ECLI:NL:HR:2017:2961

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 november 2017
Publicatiedatum
21 november 2017
Zaaknummer
15/05881
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Passieve omkoping en valsheid in geschrift door reclasseringsbegeleider

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 november 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De verdachte, geboren in 1985, was als lasthebber van de reclassering betrokken bij de begeleiding van personen die een taakstraf dienden te verrichten bij een voetbalvereniging. Hij werd beschuldigd van passieve omkoping van anderen dan ambtenaren, zoals vastgelegd in artikel 328ter.1 van het Wetboek van Strafrecht, en valsheid in geschrift, zoals bedoeld in artikel 225.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had geldbedragen aangenomen van een taakgestrafte en had urenlijsten valselijk ingevuld om te controleren of de opgelegde straf was ondergaan.

De Hoge Raad behandelde verschillende klachten van de verdachte, waaronder de betrouwbaarheid van een getuige en de bewijsklacht met betrekking tot de aangenomen geldbedragen. De advocaat van de verdachte, T. Venneman, had middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen niet tot cassatie konden leiden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, waarmee het eerdere oordeel van het Gerechtshof wordt bevestigd.

Uitspraak

21 november 2017
Strafkamer
nr. S 15/05881
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 10 december 2015, nummer 22/001288-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft T. Venneman, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
21 november 2017.