Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Ambtsedig proces-verbaal van aangifte van 29 november 2012, dossierpagina's 107 en 108, voor zover zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van aangever [betrokkene 1] :
Ik doe aangifte van oplichting tegen [verdachte] [het hof begrijpt: de verdachte [verdachte] , zich noemende [verdachte] ], Het feit werd gepleegd tussen 15 oktober 2012 en 26 november 2012 te Geleen binnen de gemeente Sittard-Geleen. Ik ben tot gisteren werkzaam geweest bij [B] . Ik ben daar op 1 augustus begonnen. Vanaf het begin zag ik daar [verdachte] iedere dag rondlopen. Ik begreep dat hij de tussenpersoon was tussen [B] en de Spaanse afnemer [A] . Hij was de neef van een van de eigenaren van deze winkelketen, zo vertelde hij. Op een gegeven moment raakte ik met hem in gesprek en kwamen wij over iPhones aan de praat. Hij vertelde mij dat hij via zijn oom [betrokkene 5] , via [A] , ook elektronica kon verkopen. Voor vrienden mocht hij die verkopen tegen inkoopsprijs. Verder vertelde hij mij dat die producten uit een fabriek in Andorra kwamen en dat daar geen belasting over deze producten betaald hoefde te worden. Mijn vrouw en ik besloten twee iPads en een iPhone bij [verdachte] te bestellen. Ik heb [verdachte] een totaalbedrag van 550 euro gegeven. Ik moest hem dit betalen en de producten zouden dan opgestuurd worden. De producten zouden van Andorra naar Spanje verscheept worden en als oom [betrokkene 5] zou komen om de contracten te tekenen, zou ik mijn spullen krijgen. Op 26 november 2012 bleek dat alles een grote leugen was en dat [verdachte] een oplichter was. Ik ben mijn geld kwijt door deze man.
2. Ambtsedig proces-verbaal van aangifte van 24 december 2012, dossierpagina's 79 tot en met 82, voor zover zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van aangever [betrokkene 2] :
Ik doe aangifte van oplichting. Ik ben bewogen tot afgifte van 229 euro. Op 14 september 2012 kwam ik aan in het Bed & Breakfast van [betrokkene 6] gevestigd in de [a-straat 1] te Sittard. Ik raakte aan de praat met [verdachte] [het hof begrijpt: de verdachte [verdachte] , zich noemende [verdachte] ]. [verdachte] is de man van [betrokkene 6] [het hof begrijpt: de partner van de hiervoor bij de bewijsmiddelen van de feiten 1 en 2 genoemde [betrokkene 6] ]. [verdachte] zei mij dat hij vaak in Andorra kwam. [verdachte] zei mij dat hij via Andorra goedkoop aan iPhones kon komen. [verdachte] zei mij dat hij iPhones leverde voor ongeveer 100 euro per stuk. Ik had hier wel interesse in. Op 15 september 2012 gaf [verdachte] me zijn business card om eventueel contact op te nemen. Thuis aangekomen belde ik met [verdachte] en bestelde twee iPhones. Bij elkaar zouden de kosten ongeveer 200 euro zijn. [verdachte] zei mij dat ik de iPhones kon verzekeren voor verzending en dat zou ongeveer 29 euro kosten. De totale kosten waren 229 euro. Ik maakte op 1 oktober 2012 229 euro over naar [C] BV. De levering zou ongeveer een week duren. Op 14 oktober 2012 mailde ik met [verdachte] om door te geven dat de iPhones nog steeds niet binnen waren. Op 15 oktober 2012 belde ik met [verdachte] . Ik hoorde dat [verdachte] tegen mij zei dat er iets niet goed was gegaan met het versturen van het pakket met de iPhones. [verdachte] zei mij dat hij zou mailen wanneer hij in persoon de iPhones zou komen brengen. Op 22 oktober 2012 mailde [verdachte] mij weer dat hij in Nederland was. Hij zei in zijn mail dat hij woensdag langs zou komen. Ik ging er vanuit dat [verdachte] de iPhones zou komen brengen. Op woensdag 31 oktober 2012 kreeg ik een mail van [verdachte] waarin stond dat het fout was gegaan met zijn vrouw. [verdachte] beloofde mij dat hij achter de iPhones aan zou gaan. Ik kreeg toen argwaan. Ik geloofde [verdachte] niet meer. Ik vroeg in mijn mail mijn geld terug. Ik heb tot nu toe mijn geld nog niet teruggekregen. Ongeveer een maand later, ik schat ongeveer eind november 2012, kreeg ik een telefoontje van [betrokkene 6] . Ik hoorde dat [betrokkene 6] tegen mij zei dat haar huwelijk met [verdachte] over was. Ik hoorde ook dat [betrokkene 6] zei dat er veel meer gedupeerden zijn die door [verdachte] opgelicht zijn. Bij deze aangifte voeg ik de business card van [verdachte] en het overschrijvingsbewijs.
3. Kopie van een business card, dossierpagina 89, voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
[verdachte]
[a-straat 1]
sittard
4. Kopie van een transactieoverzicht van de bankrekening van [betrokkene 2] , dossierpagina 88, voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
01-10-2012 af € 77,00 ten gunste van [C] BV
01-10-2012 af € 152,00 ten gunste van [C] BV
5. Ambtsedig proces-verbaal van aangifte van 11 december 2012, dossierpagina's 140 en 141, voor zover zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van aangever [betrokkene 3] en de opmerking van de verbalisant [verbalisant] :
Ik doe aangifte van oplichting. Ik verblijf momenteel in café/hotel [D] binnen de gemeente Stein. Op 3 december 2012 kwam ik aan de bar van het hotel aan de praat met een persoon. Deze persoon noemde zich [verdachte] [het hof begrijpt: de verdachte [verdachte] , zich noemende [verdachte] ], Op een gegeven moment raakten wij aan de praat over tablets. [verdachte] had zelf een tablet bij zich van het merk Samsung. [verdachte] kwam op een gegeven moment met het verhaal dat hij tablets en led tv's van het merk Samsung kon leveren voor een scherpe prijs. Ik hoorde van [verdachte] dat hij deze goederen voor inkoopprijs kon krijgen. Ik hoorde van hem dat hij voor de tablets per stuk 27,50 euro moest hebben en voor de tv's 400 euro per stuk. [verdachte] vertelde dat hij deze tablets via een kennis van hem in Andorra in Spanje kon bestellen. Ik heb toen tegen hem gezegd dat ik wel twee tv's en acht tablets van hem wilde kopen. Ik heb toen 500 euro bij [verdachte] aanbetaald. [verdachte] heeft mij toen op mijn verzoek een handgeschreven briefje gegeven waarop staat dat ik aan hem 500 euro heb betaald. Dit briefje werd door hem ondertekend.
[betrokkene 4] heeft toen acht tv's en vijf tablets bij [verdachte] besteld. [verdachte] had op zijn hotelkamer een eigen Samsung televisie. De televisies die wij van hem geleverd zouden krijgen zouden van eenzelfde merk en type zijn. De tablets zouden dezelfde zijn als de tablet die hij zelf bij zich had.
Nadat ik bij hem de betreffende goederen had aanbetaald, zijn we tot de overeenkomst gekomen dat ik ze op vrijdag 7 december 2012 van hem zou krijgen. Op vrijdag zei [verdachte] toen dat hij de betreffende goederen niet door de douane kreeg. [verdachte] zei tegen mij dat hij maandag de goederen zou gaan halen en dat ik ze daarna zou krijgen. Toen ik vervolgens op maandagavond in het hotel terugkwam, hoorde ik van [betrokkene 7] dat [verdachte] met de noorderzon vetrokken was. Ik heb hierna nog diverse malen getracht om [verdachte] te bellen. Op de achterzijde van het handgeschreven briefje heeft hij namelijk zijn gegevens gezet. Als ik de betreffende nummers bel, dan krijg ik telkens de voicemail.
Opmerking verbalisant: Ik toon aan de aangever enkele foto's die ik van [betrokkene 11] heb ontvangen [het hof begrijpt: de hiervoor bij feit 3 in bewijsmiddel 3 genoemde foto's van de verdachte].
Ja, dat is hem.
6. Kopie van een handgeschreven notitie, dossierpagina's 164 en 165, voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
(voorzijde)
8x Tablet 27,50
2x Samsung TV led 55"
Aanbetaald 500 €
[handtekening]
(achterzijde)
[emailadres] hotmail.com
[06-001]
06- [002]
7. Ambtsedig proces-verbaal van aangifte van 12 december 2012, dossierpagina's 171 tot en met 173, voor zover zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van aangever [betrokkene 4] :
Ik doe aangifte van oplichting. Ik ben eigenaar van café/restaurant/hotel [D] binnen de gemeente Stein. Op 26 november 2012 kwam een persoon in mijn hotel die voornemens was om te overnachten voor 19 dagen. De persoon heette [verdachte] [het hof begrijpt: de verdachte [verdachte] , zich noemende [verdachte] ]. De persoon heeft een formulier ingevuld. De klanten moeten altijd betalen nadat ze het hotel verlaten. [verdachte] gaf op als geboortedatum [geboortedatum] 1970, als beroep zelfstandige en als adres [adres] in Spanje. [verdachte] heeft een prijs met mij afgesproken voor de 19 dagen die hij zou blijven. De prijs was 50 euro per dag zonder ontbijt. [verdachte] heeft tot en met afgelopen 9 december 2012 in mijn hotel geslapen. Na 9 december 2012 heb ik [verdachte] niet meer gezien. [verdachte] heeft niets betaald en is met 'de noorderzon' vertrokken. Ik ben benadeeld door [verdachte] voor een bedrag van circa 950 euro berekend aan de hand van de afgesproken prijs. Tevens zou [verdachte] mij vijf tablets leveren en steunen voor een televisie voor in mijn hotel. Ik heb [verdachte] een voorschot van 430 euro gegeven. Ook heeft [verdachte] in mijn café/restaurant voor 65 euro drank genuttigd. Deze rekening is ook niet betaald door [verdachte] .
8. Proces-verbaal van getuigenverhoor van 4 april 2014 bij de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Limburg, los gevoegd in het dossier, voor zover zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van de getuige [betrokkene 4] :
[verdachte] zou nieuwe tv's aan mij leveren. Hij zei dat die uit Andorra kwamen. Ik heb daarvoor € 430,- aanbetaald. [verdachte] kon die tv's voor een goede prijs leveren."