Uitspraak
gevestigd te Almelo,
wonende te [woonplaats],
1.Het geding
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
17 november 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Stadstoezicht Almelo B.V. tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de vraag of gratificaties die aan de verweerder zijn toegekend meetellen voor de bepaling van de pensioengrondslag. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof in zijn eerdere uitspraak niet voldoende had onderbouwd dat de schade van de verweerder niet in aanmerking kon worden genomen bij de vaststelling van de pensioenaanspraken. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de FPU-aanspraken en pensioenaanspraken van de verweerder mede met inachtneming van de gratificaties en nabetalingen moesten worden vastgesteld. Het hof had echter niet de argumenten van Stadstoezicht in zijn oordeel betrokken, die stelden dat de afdracht van pensioenpremie over de gratificaties zou leiden tot een verlaging van de WAO-uitkering en herplaatsingstoelage van de verweerder.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof niet kon komen tot een bekrachtiging van het vonnis van de rechtbank zonder dit argument in zijn oordeel te betrekken. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling en beslissing, en heeft Stadstoezicht in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.