Uitspraak
gevestigd te Woodland, Washington, Verenigde Staten van Amerika,
gevestigd te Den Helder,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
17 november 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Holland America Bulb Farms Incorporated (HABF) en Midbrook Flowerbulbs Holland B.V. De zaak betreft een vordering tot herroeping van door het gerechtshof gewezen arresten, waarbij HABF stelt dat er bedrog door de wederpartij is gepleegd en dat er stukken van beslissende aard zijn achtergehouden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Holland en het gerechtshof Amsterdam, die aan deze zaak ten grondslag liggen. De advocaat-generaal heeft in zijn conclusie tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, zijn door de Hoge Raad niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet leiden tot cassatie en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en HABF in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Midbrook op nihil zijn begroot.