ECLI:NL:HR:2017:29

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 januari 2017
Publicatiedatum
10 januari 2017
Zaaknummer
16/00116
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bestreden uitspraak in cassatie inzake poging tot oplichting met valse hoedanigheid en creditcardfraude

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 januari 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van poging tot oplichting door middel van listige kunstgrepen en het aannemen van een valse hoedanigheid. De verdachte had op 9 augustus 2013 op Schiphol geprobeerd om horloges van het merk Rolex te kopen door een valse creditcard aan te bieden. De rechtbank had de verdachte schuldig bevonden, maar de Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde niet voldoende was onderbouwd met de gebezigde bewijsvoering. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft het onder 1 bewezenverklaarde en de strafoplegging. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling in hoger beroep. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken en de noodzaak om aan de eisen van de wet te voldoen bij het onderbouwen van een bewezenverklaring.

Uitspraak

10 januari 2017
Strafkamer
nr. S 16/00116
SG/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 24 juni 2015, nummer 23/005411-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak doch uitsluitend wat betreft het onder 1 bewezenverklaarde en de strafoplegging, en in zoverre tot terugwijzing van de zaak naar het Hof Amsterdam, opdat de zaak in hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer dat de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde niet uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:
"hij op 9 augustus 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een listige kunstgreep een medewerker van Gassan Schiphol te bewegen tot de afgifte van horloges van het merk Rolex, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk ter betaling een valse creditcard met nummer [0001] heeft aangeboden aan de medewerker van Gassan terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
"BEWIJSMIDDELEN
Het hof neemt ten aanzien van de feiten 1 en 2 over de bewijsmiddelen in het vonnis van 21 november 2013 zoals deze zijn weergegeven onder '3.3 Redengevende feiten en omstandigheden' en opgenomen in de alinea die begint met:
"Op vrijdag 9 augustus 2013..." tot aan de zin die begint met "Uit nader onderzoek .." en uit de alinea die begint met de woorden:
"Verdachte heeft ter ..." de navolgende zin: "Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 9 augustus 2013 op Schiphol in de winkel Gassan is geweest." alsmede de zinssnede: "Hij (hof: de verdachte) verklaart tevens dat hij de creditcard met nummer [0001] al twee jaar in zijn bezit heeft..."
en in de voetnoten 2, 3 doch alleen voor zover daarin is opgenomen de kennisgeving van inbeslagneming, 4, 5, 6 en 8, die tezamen opleveren de redengevende feiten en omstandigheden, op grond waarvan het hof bewezen acht en de overtuiging heeft verkregen, dat de verdachte het onder 1 en 2 bewezen verklaarde heeft begaan."
2.2.3.
Het door het Hof slechts voor zover hierna gecursiveerd overgenomen vonnis van de Rechtbank houdt met betrekking tot het onder 1 en 2 bewezenverklaarde in:
"3.3. Redengevende feiten en omstandigheden (1)
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Op vrijdag 9 augustus 2013 wordt verdachte aangehouden op Schiphol naar aanleiding van de melding dat verdachte vermoedelijk met valse creditcards horloges van het merk Rolex wilde kopen in de winkel Gassan , gevestigd in de Terminal 2 Lounge airside, op Schiphol.(2) Bij verdachte worden meerdere creditcards aangetroffen, waaronder een creditcard met het nummer [0001] . (3) Het betreft een Visa creditcard met het opschrift"Capitol One" en de naam " [verdachte] ".(4) Voornoemde kaart betreft een nabootsing van een echte creditcard, want de kaart is geheel uitgevoerd in printtechniek terwijl een origineel exemplaar wordt uitgevoerd in druktechniek en voorts bevat de kaart een nagebootst hologram.(5)
Uit nader onderzoek blijkt dat verdachte op 26 juli 2013 met voornoemde valse creditcard heeft getracht om een tweetal horloges van het merk Rolex te kopen in de winkel Gassan op Schiphol. Deze verkoop is echter afgebroken. Verdachte zei tegen een medewerker van de winkel dat hij geld had gewonnen in het casino. Tegelijkertijd was verdachte aan het bellen met de creditcardmaatschappij. Verdachte gaf vervolgens te kennen dat het geld nog niet op zijn rekening was gestort en hij daardoor onvoldoende saldo had om de aankopen te laten doorgaan. Verdachte is daarna weggelopen.(6) Deze niet geaccepteerde verkooptransactie is (onder meer) gedaan met genoemde valse creditcard met het nummer [0001] .(7)
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 9 augustus 2013 op Schiphol in de winkel Gassan is geweest.Verdachte heeft ter terechtzitting eveneens verklaard dat hij op 26 juli 2013 op Schiphol is geweest en dat hij toen in voornoemde winkel interesse heeft getoond in horloges.
Hij verklaart tevens dat hij de creditcard met nummer [0001] al twee jaar in zijn bezit heeften er ook op 26 juli 2013 over beschikte.(8)
Voetnoten:
1. De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2. Proces-verbaal d.d. 11 augustus 2013, aanvullend dossier p. 03 en proces-verbaal van aanhoudingd.d. 9 augustus 2013, dossier p. 12.
3. Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv.)en proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 augustus 2013, aanvullend p. 024-025.
4. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 augustus 2013, aanvullend dossier p. 043, en proces-verbaal in beslag genomen creditcards/pinbon d.d. 20 augustus 2013, aanvullend dossier p. 44-49.
5. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 augustus 2013, aanvullend dossier p. 043.
6. Proces-verbaal van aangifte namens Gassan door[betrokkene 1] d.d. 10 augustus 2013, dossier p. 25-27, en proces-verbaal van bevindingen telefonisch contact aangever [betrokkene 1] d.d. 21 augustus 2013 met bijlage, aanvullend dossier p. 66-68.
7. Proces-verbaal van bevindingen verstrekte gegevens ex. Art. 126 nd WvSv SIX Payment Services AG d.d. 2 oktober 2013, aanvullend dossier d.d. 3 oktober 2013, p. 2.
8. Verklaring verdachte afgelegd ter terechtzitting."
2.3.
Aangezien de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde niet zonder meer kan worden afgeleid uit de door het Hof gebezigde bewijsvoering, is de bestreden uitspraak in zoverre niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.4.
Het middel is in zoverre terecht voorgesteld.

3.Beoordeling van het middel voor het overige

Het middel kan voor het overige niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel in zoverre niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-presiden W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier L. Nuy, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 januari 2017.